Zoeken

Annetgen Gerritsdr, weduwe van Johannes van Vucht bekent dat zij 150 gulden schuldig is aan Mr. Johan van Driel, outschepen en brouwer in de brouwerie de Roode Leeu.

Pietertge Pietersdr, weduwe van Ruth Jansz Prins, bekent dat zij 50 gulden schuldig is aan Maertge Jansdr.
De schuld zal betaald worden van de 100 gulden die zij en haar kinderen ontvangen van een rentebrief die schipper Hendrick Gijsbertsz aan haar overdraagt.
Niesgen Pietersdr weduwe van Crijn Jaspersz stelt zich borg voor haar.

Eeuwout Aertsz Verschoor wonende in Sairloos bekent dat hij 2000 gulden schuldig is aan Beatrix van de Horst.
Zijn broers Dirck Aertsz Verschoor en Pieter Aertsz Verschoor stellen zich borg voor hem.

Claes Claesz van der Duffen, cleermaecker en laeckencooper, bekent dat hij 250 gulden schuldig is aan Jacob Duyffhuysen, notaris.

N.B.: In de marge van de akte is vermeld dat de schuld op 5 mei 1651 is voldaan.