Zoeken

Willem Jansz van Leyerdorp, maat van de overleden Cors Willemsz op 't schip 'Sint Pieter', onder gezag van capitein Symon Cornelisz, machtigt Maerten Gerritse om uit zijn naam de maandgelden van Cornelis Willemsz, die in de slag is doodgeschoten, en welke gelden per testament aan hem vermaakt zijn, te innen.

Isaack Jacobsz van Leeuwen, tuijnder, voogd over de nagelaten weeskinderen van Reijnier Hendericks zaliger en Neeltje Micchiels, machtigt genoemde Neeltge om naar Jouwer in Vrieslant te gaan, en aldaar de nagelaten boedel en goederen van Baucken Heinderixdr, de grootmoeder van de kinderen, van vaderszijde, tezamen met de andere erfgenamen te verdelen.

Adriaen van der Meer, pontgaerder, machtigt Pieter Carelsz van Geen, wonend te Teemst in 't lant van Waes, om uit zijn naam te ontvangen van Joost Segers, voorheen gewoond hebbend te Teemst en nu wonend in Vlaenderen nabij Gent, een bedrag van 187 gulden, vanwege de leverantie van taru (tarwe).

Cornelis van der Bergen, coopman, machtigt Jan Twisselton, coopman te Londen in Engeland, om uit zijn naam van Edwort Wreijgt, mede coopman aldaar, een bedrag van 4125 gulden te vorderen, vanwege geleverde coopmanschappen.