Zoeken

Jacob Bondt, koopman en korenbrandewijnbrander, en Hendrik van den Berg, kassier bij de Stadsbank van Lening, leggen op verzoek van Nicolaas van Overveld een verklaring af over een gesprek dat zij hadden met Willem Ouweneel, veenman en turfschipper, wonende te Sluipwijk. Het gesprek had betrekking op de branderij en taanderij die Ouweneel van Van Overveld gekocht zou hebben.

Francina Winnekes, laatst weduwe van Hendrik Hagen, met wie zij buiten gemeenschap van goederen was getrouwd, ter ene zijde, en Josephus Snak, alsmede diens vader Frans Snak en diens oom van moederszijde Coenraad Stompen, verklaren dat alle goederen die bij het genoemde huwelijk waren ingebracht zijn gescheiden en dat ieder zijn deel heeft verkregen.

Genoemd wordt nog: Anna Hagen, de overleden moeder van Jospehus Snak en echtgenote van Frans Snak.

Nicolaas van Overveld, koopman en korenbrandewijnbrander, machtigt Willem Nicolaas van Sevenhoven, procureur voor de vierschaar van Delft, om zijn zaken voor de genoemde vierschaar waar te nemen.

Arij Hoornwegh, timerman van de Oost-Indische Compagnie, van de kamer van Delft, weduwnaar van Neeltje van der Wagen, benoemt zijn nicht Jannetje Veenhuijsen, dochter van zijn zuster Sara Hoornweg en Claas van Huijsen, tot universeel erfgename.

Hij legateert aan:
- zijn broers Gerrit Hoornwegh en Pieter Hoornwegh
- Barbara Muijden en Hugo Muijden, nagelaten kinderen van zijn overleden zuster Neeltje Hoornweg, verwekt in haar huwelijk met Adriaan Muijden, genaamd
- zijn zwagers Huijg van der Wagen en Dirk van der Wagen, broers van zijn overleden vrouw

Tot voogden van zijn minderjarige natelaten erfgenamen en legatarissen worden benoemt:
- Cornelis Hendrik Hoogop, secretaris van de ambachtheerlijkheid schoonderloo, en Huijbert de Ruijter, koopman en Korenbrandewijnbrander.