Uw zoekacties: Nadere toegang

Jacobus Delphius te Rotterdam, 01-Jan-1660 t/m 31-Dec-1662

beacon
311  records
 
 
Notariële akte
310 attestatie of verklaring 07-dec-1662
Datering:
07-dec-1662
Aktesoort:
attestatie of verklaring
Aktenummer:
310
Bladzijden:
568 t/m 569
Notaris:
Jacobus Delphius
Standplaats:
Rotterdam
Akteplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Jan Mattijsz, tolk, Pieter Maertensz Coninck, Aechje Coendertsdr, Jan Jacobsz, Ary Jaspersz, en Doen Leendersz, fruitverkopers en fruitverkoopster, leggen een verklaring af op verzoek van Louris Michielsz Swart, marktschipper van Hoorn op Rotterdam. Zij verklaren dat zij op 19 november jongstleden van Quirijn van Swieten, koopman, in tegenwoordigheid van Frans Joppen, makelaar, de resterende lading kastanjes hebben gelost uit het schip 'De Slachter' van schipper Jan Teunisz Slachter, die daarmee uit Bordeaux was aangekomen. Zij hebben deze partij kastanjes gekocht omdat zij bedorven waren voor 25 stuivers het bosseen? met 4% contokorting, zoals hier ter stede gebruikelijk is. Zij hebben deze kastanjes echter niet kunnen uitventen, maar noodgedwongen moeten laten zincken(?)
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
396

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Notariële akte
311 attestatie of verklaring 27-dec-1662
Datering:
27-dec-1662
Aktesoort:
attestatie of verklaring
Aktenummer:
311
Bladzijden:
570 t/m 572
Notaris:
Jacobus Delphius
Standplaats:
Rotterdam
Akteplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Hillegont Willemsdr Ryshouck, jongedochter, wonende in de Rijstuyn, 23 jaar, verklaart op verzoek van de Maritgen Gillisdr van Bomde, als dienstmaagd gewoond hebbend bij Gerrit Hendericxs Ravensberch, dat deze aan haar een bedrag van 56 gulden en twee gouden ringen in bewaring heeft gegeven. Maritgen heeft het geld en de ringen omstreeks mei 1660 weer bij haar opgehaald, voor en aleer zij zich bij Gerrit Hendericxs Ravensberch had verhuurd. Zij heeft het geld bestemd om van Ravensberch enige rokken te kopen, afkomstig van zijn inmiddels overleden huisvrouw.
Lijntge Jorisdr, huisvrouw van Govert Hendericxs en Susanneken Franchen, ongehuwde bejaarde dochter, beiden wonend in de Watergang, achter het huis van Jan van Dort Beenhacker en tegenover het huis van Boerendans, waarin Ravensberch heeft gewoond, verklaren dat zij gehoord hebben dat Ravensberch meerdere malen geprobeerd heeft om 's nachts in de slaapkamer van Maritgen Gillisdr te komen, wat niet lukte omdat zij de deur had gebarricadeerd. Ook dat hij op de plaats achter zijn huis haar heeft gestoten, omdat zij hem niet terwille wilde zijn. Omstreeks Pasen 1662 hoorde Lijntgen Jorisdr dat Ravensberch en Maritgen Gillisdr ruzie hadden, waarbij hij haar met een mes bedreigde. Voorts zag zij dat Belitgen Aldersdr, de tante van Ravensberch, een pot in het water ledigde, waarvan de inhoud haar deed concluderen, dat Maritgen Gillisdr een miskraam had gehad.
Jan Joosten Witcamp, wonende in de Corte Goutsche Wagenstraet, verklaarde dat, terwijl Marige Gillisdr bij voornoemde Ravensberch woonde, hij op haar verzoek een brief, voorzien van haar handtekening, heeft geschreven aan Wouterken Jansdr ten Bosch, met het verzoek om de goederen van Maritgen die onder haar berusten, te retourneren en mee te geven aan degene die een hantekening van Maritgen zou kunnen tonen.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
396

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Notariële akte
312 attestatie of verklaring 29-dec-1662
Datering:
29-dec-1662
Aktesoort:
attestatie of verklaring
Aktenummer:
312
Bladzijden:
573 t/m 574
Notaris:
Jacobus Delphius
Standplaats:
Rotterdam
Akteplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Willem Jacobsz de GrootWillem Jacobsz de Groot en Steven Korsavont, beedigde meesters van noten, Willem Stevensz de Paus en Jan Lucasz de Lange, beedigde meesters van castanien, leggen een verklaring af op verzoek van Pieter Bosch, coopman alhier. Zij verklaren dat zij alle noten en castanien hebben gemeten die met het schip De Jonge Prins, waar Symon Cornelisz schipper op is, van Bourdeaux naar hier zijn vervoerd, waarvan de noten zijn overgeladen in de caegschuyt van Jan Jansz van Guilick en de castanien in het marcktschip van Schiedam op Rotterdam, dat gevoerd werd door Annetgen ..... Jan Jansz van Guilick verklaart dat alle noten die uit het zeeschip in zijn caegschuyt zijn overgestort, door hem noch door zijn scheepsvolk zijn verminderd.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
396

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga