Zoeken

Inventaris en verdeling van de goederen van Jan Dircxsz Lans, meerderjarig jongman, overleden op 5-2-1661.
* Inkomsten van de boedel zijn o.a.:
- Een obligatie van 440 gulden ten laste van Harman Dircxsz Lans, zijn broer, d.d. 19-11-1660 bij deze notaris.
- 818 gulden 6 stuivers en 10 penningen uit de boedel van zijn overleden moeder, als voldoeningvan het vaderlijk erfdeel en uitzet van de andere kinderen volgens testament.
- Een obligatie van 100 gulden ten laste van Harman Dircxsz Lans d.d. 23-12-1660.
- Gemaakte kaarsen en winkelgereedschappen voor schaelen, vermaakt bij testament aan Harman Dircxsz Lans en zijn vrouw.
- Kleding en persoonlijke eigendommen.
* Lasten van de boedel zijn o.a.:
- 200 gulden, opgenomen op 21-12-1660 van Trijntge Arnouts.
- Harman Dircxsz komt kostgeld toe en vergoeding voor hulp tijdens de ziekte.
- Jan Ariensz Besaen voor geleverde kaarsen.
- Gerrewijn N.N. en Willem N.N.,cleermakers.
* Legaten aan:
- Trijntge Cornelis, de out moeye, legaat d.d. 29-10-1660 bij notaris Bartholomeus Rosa.
- Harman Dircxsz een ondershands legaat.
- Maertge Dircx, Annetgen Dircx en haar man Jan Roose, jacob Dircxsz, Trijntge Willems, dochter van Aeltge Dircx, Machteltge Lans en haar broer Johannes Lans, Trijntge Heindrix Lans (de moeder van Aeltge Heindricx), Dirck Harmansz Lans, zoon van Harman Dircxsz, Clara en Catryna Harmans Lans, Jacobus Lans. Trijntge Jans, dochter van Jan Jansz Rosa, die gehuwd is met Annetge Dirckx.
* Doodschulden o.a. aan:
Dirck Harmansz Coster, apotheker Cleyburch, doctor Nideck, doctor Synas, Jacob de barbier, Pieter Jacobsz van den Bosch voor de doodkist, notaris Jacobus Delphius.
Bij de verdeling krijgt elk 1/6 deel: te weten
- Harman Dirxsz, ook uit moeders besterfenis.
- Pieter Jacobsz van den Bosch, ook van zijn overleden vrouw en moeder.
- Jan Jansz Rosa, gehuwd met Annetge Dirckx, ook uit haar moeders besterfenis.
- Jacobus Dircxsz, uit een obligatie op zijn broer Harman

Inventaris van de gemeenschappelijke goederen van Heindrick Cornelisz van den Boer en zijn op 19-3-1661 overleden vrouw Trijntge Joosten, bestaande uit o.a.:
- Inboedel, kleding, linnen, goud- en zilverwerk, tin, ijser en blik, geweren.
- Heindrick Cornelis van den Boer heeft voor zijn vertrek 4 maanden jaarloon aan zijn vrouw besproken volgens de maandbrief d.d. 4-12-1660
- Schulden o.a. aan de weduwe van Job Starremans, Geertruyt Cupus, apotheker Anthony van Brienen, Reyer Willemsz en Teunis Jansz de Jong voor hout, Claes Claesz van Dussen, de brouwer in de Croon, backer Cornelis Jansz Verhoeven, Aeltge Alewijns voor comenywaren, Jacob van Abeele, Hubert Jacobsz voor 't houden van het kind, de schoolmeestar van Joost.
- Doodschulden o.a. aan:
Catarina de Prijs, Dirck Harmansz Coster, cleermaker Willem Heindricxsz.
De inventaris is opgemaakt op aangeven van Cornelis Joosten Roos op 23-3-1661.

Inventaris en verdeling van de gemeenschappelijke goederen van Jacob Davitsz en zijn vrouw Annetge Wolffers. Jacob Davitsz is overleden op 12-12-1661.
De inventaris bestaat o.a. uit:
- Inboedel, kleding.
- Een huis en erf aan de oostzijde van de Vijversteech achter het verbrande Clooster, belend door Pieter Jacobsz ten oosten, de Vijversteech ten westen en achter de velleplooter.
- Claes Speelman komt 700 gulden toe per brief op het voornoemde huis.
- Schuld aan Olivier van Vlierden voor geleverde brandewijn.
- Schuld aan Stijntge in de Corte Lijnstraet voor geleverd bier.
- Schuld aan Grietge Leenders voor geleend geld.
- Doodschuld o.a. aan Aeltge Wolffers.
De inventaris is opgemaakt op aangeven van Annetge Wolffers.
Zij erft de helft + een kindsdeel van de nalatenschap en de 4 kinderen, te weten Jacob van Rossum, Maria Jacobs, Magdalena Jacobs en Heindrickge Jacobs, elk 1/5 deel.
Jacob van Rossum, Maria Jacobs en Magdalena Jacobs zeggen hun deel ontvangen te hebben.
Het huis, dat t.z.t. verkocht zal worden, blijft nog onverdeeld.

Inventaris van de boedel die Aeltge Aryens, weduwe van Gijsbert Heindricxsz, bij haar a.s. huwelijk met Jan Coxsz inbrengt.
De boedel bestaat uit inboedel, kleding, linnen, een obligatie ten laste van Maritge Boudewijns in de Marctsteech, alles tezamen ter waarde van 600 gulden.
De a.s. bruidegom verklaart de goederen aan te nemen.
De a.s. bruid zegt dat haar goederen vrij en onbelast zijn.