Zoeken

Pieter Woutersen Korff, coopman, verkoopt aan Augustijn Vrolo, schilder, voor 3045 gulden een huis en erf staande aan de noordzijde van het Hang, genaamd 't Vergulde Brantijser, onder voorwaarden dat Jacob Heyndricksen, schrijnwercker, die het huis huurt tot 1642 daarin mag blijven wonen.
Het huis grenst aan Crispijn N.N., stierman en Abraham N.N.

Cornelis Albertsz, schipper op het schip genaamd Het Vergulde Wijnvat, geassisteerd met Maerten Eeuwoutsz de Rues, outschepen alhier en Pieter Verschuyren, coopman, beiden reders van het schip, verklaren dat in het contract van bevrachting, gepasseerd voor notaris Dirck Block op 1 augustus 1640 tussen Cornelis Albertsz en Jan Quarles, Engels coopman, is vastgesteld dat wanneer Cornelis Albertsz niet hier zal arriveren of buiten dienst wordt gesteld, hij het restant van de bedongen vracht over drie maanden á 1500 pond moet betalen.
Cornelis Albertsz die in Duyns lag is door capiteyn Sling(?) namens Zijne Majesteyt van Engelant ontslagen op 18 september 1640 en daarna in convoy naar de Mase gevaren waar hij op 20 September aankwam.
De betaling is hierdoor vervallen. Men wilde niet dat hij een andere reis zou maken waardoor geen verlies zou worden geleden.
Comparanten verzoeken de notaris om van Jan Quarles de rest van de betaling en alle schade te vorderen.
Aan de akte is toegevoegd dat de notaris ten huize van Jan Quarles is geweest om de het protest daar achter te laten.
n.b. Pieter Verschuyren tekent als Pieter Verschuer en Maerten de Rues als Maerten de Reus.

Meyndert Meyndertsz Verham, schoenmaecker te Delft, bekent 200 gulden schuldig te zijn aan Jan Adriaensen Rietvelt, schoenmaecker.

Meyndert Meyndertsz Verham tekent als Meyndert Meyndertsz Verhamme.

Alexander Derge, stierman, Joris Elder, scheeptimmerman, Pieter Black, kock, Jan Erter, Willem Sebit, William Beverits, Willem Dowe, Willem Rant en Jan Gerner, bootsgesellen, allen in dienst op het schip De Hoop, waar Davidt Karmichel schipper op is, verklaren dat zij allen bij Pieter Borremans en Eduwaert Braems, cooplieden en reders van de Hoop, een maand hebben moeten wachten om uit te varen, omdat ondanks het goede weer, het schip niet gereed was om naar Bourdeaux in Vranckrijck te vertrekken; Zij hebben hierdoor schade geleden.
De akte is voorzien van een toelichting en protest, door de notaris ten huize van Pieter Borremans aan diens vrouw overhandigd.