Zoeken

Arien Leenderts Buijk te Hillegersberg bekent een schuld van 300 gulden te hebben aan Grietgen Leenderts, weduwe van Jan Bastiaansen, ter zake van geleverde turf en geleend geld.

Coenraat Janssen Iserman, scheeptimmerman, wonend buiten het Hofpoortje, bekent een schuld van 56 gulden te hebben aan Heijnrick Janssen, lijndraaier, wonend op de Schiedamsedijk, ter zake van geleverd touwwerk.

Sampsom Adrijaansen van Noorden, stadstimmerman, man van Basteaantgen Basteaans de Boos, Leendert Basteaans de Boos, en Lijsbet Cornelisdr, moeder en voogdes over Jan en Frans Zachariassen de Boos, haar 2 zonen, waarvan Zacharias de Boos za. de vader is, mede voor Elijsbet en Jannetgen Jans de Boos, beiden ongehuwde docjters van Jan Sebastiaansen de Boos za. wonend te Dordrecht, mede-erfgenamen van Annetgen Jans, volgens het testament van notaris Andries van Aller op 06-11-1637, sluiten een overeenkomst over de erfenis.

Abraham Hoepstock, ligterman, verhuurt aan Adriaan Janssen, schipper, zijn huis in de Schrijnwerckersteeg, met het uithangbord 'de Koorenligter' voor 3 jaar en voor 20 ponden Vlaams per jaar.
Belendingen: ten zuiden Abraham Pauwelsen, marktschipper op Dordrecht, en ten noorden Geertruijdt Jans, weduwe.