Zoeken

Maria Goverts Vogel, gehuwd met Pieter de Bloot, geassisteerd door Willem Vierlij, stelt zich borg voor het resterende bedrag van de obligatie dat haar zoon Willem Pietersen Stolwijk, tinnegieter, eerst gewoond hebbend te Rotterdam en nu wonend te Oud-Beijerland, op 11-11-1656 heeft laten passeren ten profijte van Jan Daensen van den Heuvel, minderjarig nagelaten kind van Doen Jansen van den Heuvel en Maria Rochus van Steenhuijsen, beiden overleden. De borgstelling is ten behoeve van Jan Jansen van den Heuvel en Tieleman Verdonk, de voogden van het nagelaten kind.

Jan Jacobsen, koperslager, verkoopt 2000 pond gemunt Zweeds kopergeld aan Abraham van der Vloet, tinnegieter, wonende te Delft.

Gerrit van Rijnsoever, schilder, verhuurt een huis en erf, genaamd 't Hemelrijck', staande en gelegen op 't Kleine Steiger, aan Nicolaas Bonge, wijnkoper.

Geertruijt Jans Balcx stelt zich borg.

Wessel Egbertsen van der Heul, substituut secretaris, last en procuratie hebbend (volgens procuratie gepasseerd bij notaris Jacob van der Laan te Leiden op 05-07-1658) van Quieringh Gillisen van der Klanck, wonende te Leiden, verkoopt het huis en erf van Van der Klanck, staande en glegen aan de noordzijde van de Hoogstraat, op de hoek van de Gasthuissteeg, aan Jan Cornelisen Bijl, kaaskoper.

Het verkochte huis en erf wordt aan de oostzijde begrensd door de Gasthuissteeg, aan de westzijde door kapitein Quirijn Adriaansen van der Linden, en strekt aan de achterzijde tot aan Pieter Pietersen Edelman, mandenmaker.

Op het huis rust een schuld van 2000 gulden aan het weeskind van Maertgen Spaen, waarvan Van der Klanck de voogd is.