Zoeken

Cornelis Gerritsen van de Steuije, klerenverkoper, en zijn vrouw Sara Jacobs Vertriepen, eerder weduwe Claes Blok, kleermaker, geven te kennen dat zij 130 gulden hebben ontvangen uit handen van Neeltge Claas, weduwe van Job Arijensen Blok. Het betreft de helft van een erfenis, afkomstig van genoemde Job Arijensen Blok, de vader wijlen Claes Blok. De andere helft behoort toe aan Maartge Blok, de zuster van Claes Blok.

Cornelis Joosten Thiele, schipper en eigenaar van het schip 'De Pauw', waar de ingeladen goederen, afkomstig van Jan Pedij, koopman, gelost moeten worden en gereed liggend in het Haringvliet om naar Saint-Valery-sur-Somme te zeilen, verklaart 600 gulden te hebben ontvangen van Pedij, vanwege een bodemerij.

Jacobmina van Heijnsbergen, weduwe van Hieronimus Hirnius, predikant van de Lutherse Gemeente, verklaart 300 gulden schuldig te zijn aan Anna Boncius, weduwe van Adriaen Hollaart, wegens geleend geld.

Teunis Gorissen, molenaar, wonende buiten de Goudse Poort, verkoopt de helft van zijn korenwindmolen, tezamen met enige andere zaken, waaronder de helft van een klein huisje, staande naast en aan de zuidzijde van de molen, en nog een heel huis, staande op de noordzijde van de molenwerf, aan Arij Jacobsen Edelman, eveneens wonende buiten de Goudse Poort. Het verkochte staat en is gelegen aan de Heilige Geestlaan buiten de Goudse Poort, en strekt van de genoemde laan tot achter aan de Goudserijweg.