Zoeken

Guilliaumme van der Sluijs, en Gijsbert Bijer, kooplieden, stellen zich borg voor Edward Thomson, Engels koopman, wonende te Amsterdam, ten behoeve van de Grafelijkheids zeevinders of strandmeesters, in verband met de restitutie van 34 vaten Franse wijn, of de waarde daarvan, die tussen Huisduinen en Callantsoog uit het verongelukte en gestrande schip 't Samaritaen Vrouwtgen, waarop Simon Joppen schipper was, zijn geborgen en die Edward Thomson, als aan hem toebehorend, ter handen zullen worden gesteld.

Jannetge Huijgen Dullaart, weduwe van Anthonij van Deijl, zuster van Jacob Huijgen Dullaart, staat toe dat de goederen die haar broer bij testament heeft geërfd van zijn overleden oom Abraham Dullaart, in zijn leven hoofd-officier, ontlast mogen worden van het fideï-commis.

Kapitein Boudewijn van der Piet, wonend te Brussel, in dienst van de koning van Spanje, belooft dat hij aan Pieter Panser, koopman, wonende te Gent, de 120 gulden zal restitueren die deze voor hem zal komen te betalen aan Michiel van Diest, voor de boete die hij heeft gekregen voor het trekken van zijn blote degen, gisteren namiddag, tegen een zeker persoon, en de daarop gevolgde onkosten in herberg 'Het Schilt van Vrankrijk'.

Genoemd wordt nog: Francois Verboom, hoofd-officier.

Matthijs Constant, steenverkoper, verklaart 1635 gulden schuldig te zijn aan Daniel van Delft, steenverkoper, wonende te Amsterdam. Betreft het restbedrag van een obligatie onder de hand van 1900 gulden.