Zoeken

Paul Timmers verzoekt de notaris om voor hem te gaan naar David Prijs, schipper van het schip 'St. Jan', in welk schip hij vrije goederen heeft laten inschepen. De notaris dient Prijs aan te zeggen dat hij de reis naar Dieppe in Frankrijk dient voort te zetten, aangezien er een goede wind uit het oosten waait. Prijs geeft aan de notaris tot antwoordt dat hij bereid is te vertrekken, mits Moijse La Cocq, Nicolaes Daval en Dirck Danielsen van der Heij hem zullen verlossen van de traan die zij in zijn schip hebben ingeladen.

Moijse La Cocq, N. Daval en Dirck Danielse van der Heij, die afladers van goederen (traan) in het schip St. Jan, verzoeken de notaris om voor hen te gaan naar David Prijs, schipper van het genoemde schip, om deze aan te zeggen dat hij zijn reis naar Dieppe in Frankrijk dient voort te zetten en hun goederen moet afleveren aan degene voor wie zij bestemd zijn.

Een losse aantekening op pagina 41 vermeldt ook nog ene Elias Annat, handschoenmaker, wonende aan de oostzijde van de Westewagenstraat.

Robbert Dixson (Robart Dickson), van Hull, schipper op het schip 'Exchange', verzoekt de notaris om voor hem te gaan naar Thomas Frisel, en deze aan te zeggen dat hij het schip moet laten ontslaan uit het beslag dat hij daarop (volgens akte van de gerechtsbode Adriaen van der Graaf) op 12 oktober heeft laten leggen.

Arij Jacobsen Edelman, molenaar, wonende buiten de Goudse Poort op de hoek van de Oostlaan, verzoekt de notaris om voor hem te gaan naar de molenaar Teunis Gorissen, eveneens wonende buiten de Goudse Poort bij de Heiligegeestlaan, om deze, naar aanleiding van diens antwoord op een insinuatie van 12 oktober, aan te zeggen dat hij de koop aanneemt.