Zoeken

Op verzoek van de koopman Jan Bommerse, die dit doet namens Matthijs Snoek, koopman te Amsterdam, begeeft de notaris zich naar Abraham de Braa om hem acceptatie en betaling te vragen van een wisselbrief. In de betreffende wisselbrief geeft Herm. Baldten opdracht aan De Braa om een bedrag van 350 pond te betalen aan Snoek.

Op verzoek van de zilversmid Eijndert Entvogel begeeft de notaris zich naar de leerjongen van Cornelis Hertleij, om deze te vragen of hij bij zijn woorden blijft dat Entvolgel zijn zilversmidwerk valselijk doet en in ontrouw handelt. De leerjongen antwoordt dat hij is aangespoord om dit te zeggen door zijn zuster Elisabeth Hartleij en zijn zwager Zagarias Devion, maar dat hij nooit enige valsheid van zijn meester heeft bemerkt.

Maria Eelkourt, vrouw van Adriaen Louf en koopvrouw te Gouda, verzoekt de notaris om voor haar te gaan naar de vlasverkoper Claas Jansen. De notaris dient hem te vragen of Maijken Jans, van Ham in Vlaanderen, niet met haar op 22 oktober bij hem in huis is geweest en of Maijken niet heeft gezegd dat zij boter en kaas wilde hebben voor het vlas dat zij aan haar insinuante had verkocht.

Joannes Houstrate verzoekt de notaris om voor hem te gaan naar zijn zuster Martijntge Houstrate, weduwe van Deonijs van Vijve. Dit in verband met haar bewering dat hij geld aan haar schuldig is.