Zoeken

Op verzoek van de vlascoper Jacob Pietersz Verduijst legt Henricus van Randen, apothekcaris, een verklaring af. Hij verklaart dat hij op 16 juni jongstleden aanwezig was in het huis van Marijtge Arijensdr Trompers en aldaar hoorde dat Jacob in onderhandeling geraakte met Dirck van Rayen over de verkoop van zijn scheepje genaamd De Vlasblom wat in Delffshaven ligt. Zij zijn overeengekomen dat een ieder het kan taxeren en eventueel nog door een derde partij. Bij overeenstemming betaald Dirck de helft, zij besluiten de deal met elkaar de hand te geven.

Op verzoek van kapitein Marinus Juijnbol gaat de notaris naar de gerechtsbode Dirck Henrichsz Heijmans en vraagt of hij de rekening die op van 28 april jongstleden is aangeboden wil betalen,. Dirck antwoordt dan Wat soud ick teijkenen, laeten zij de sententie voldoen.

Derck (Dirck) Gerritsz van der Borst gehuwd met Annetge Jansdr en Geert (Gerrit) Andriesz gehuwd met Maritge Jansdr, elk voor een vierde deel erfgenaam van de nalatenschap van hun (schoon)ouders Jan Heijndricxz en Maertge Jeremiasdr, zij vertegenwoordigen ook Matheus Smit die voogd is over Heijndrick en Jeremias Jansz mede erfgenamen voor elk een vierde deel. Zij machtigen de procureur Hartman de Custer om namens hen te compareren voor het gerecht inzake Jan Jansz Cuijper. Het proces handelt over een huis met erf aan de westzijde van de steech die voorheen genoemd werd het Sijmon Neckensteechgien en nu het Dobbensteechgien. belendingen: zuid: de Zijl, noord: Galeijn Jansz en aan de achterzijde Engeltgen. Het huis wordt thans bewoond door genoemde Dirck Gerritsz. Het geschil gaat over de aankoop van het huis en de gifte brief daarop, er is op 5 juli 1649 aan Lubben de Heer, die voogd was over het weeskind van Jan Heijndricxz, luijtwercker, daardoor is de eis 200 gulden die Jan Jansz Cuijper stelt, naar hun mening ongegrond.

Jan Jansz Kuijper machtigt de procureur Leonard van Zijl om namens hem te compareren voor het gerecht inzake de ergenamen van Jan Hendricxz en Maritgen Jeremiasdr.