Zoeken

Cornelis Cornelisz Doelman
schepen van de ambachten van Beuckelsdijck,
Blomersdijck en Cool wonende aan
Beuckelsdijck,
verklaart dat hij voor zijn gehuwde kinderen
Jannitgen Cornelisdr en
Cornelis Cornelisz,
hun huwelijks feest heeft betaald en hij vermaakt daarom nu
legaten aan
Leonard Cornelisz,
Jacob Cornelisz,
Maritgen Cornelisdr,
Matgen Cornelisdr,
Pieter Cornelisz, zijn ongehuwde kinderen.

Johannes Bontius
docter in de medicinen, raedt en vroetschap van R'dam
Hoochstraet, vermaakt gelden aan
Jacob Bontius zijn zoon,
en stelt tot voogden over zijn erfgenamen
Cristiaen Cornelisz Prins
licenciaet in de rechten en
Dirck Jansz Schiltvinck,
met uitsluiting van de Weeskamer van Rotterdam, de vermaakte
gelden aan zijn zoon golden als vergoeding voor de onkosten
voor Anna Bontius zijn dochter, ook vermaakt hij uit de
goederen aan zijn moeder, wonende te Leyden een lijfrente
van f 100,-.

Adriaen Leendertsz Besemer
oudt burgemeester, raedt en vroetschap van Rotterdam
wonende in de Hooftstraet,
biedt een besloten testament aan.

Cornelis Cornelisz Doelman
schepen van Beuckelsdijck, Cool en Blomersdijck
wonende aan de Beuckelsdijck, vermaakt legaten aan
Leenert Cornelisz en
Matgen Cornelisdr,
volgens codicil d.d. 22.03.1632 verleden en hij verklaart
dat Pieter Cornelisz zijn zoon, in huur zal mogen
gebruiken de
vier morgen land die hij in huur heeft van de heer van
Spangen gelegen in Ouderschie in de polder van de
Oudendijck bij de woning van Vranck Dircxz.