Zoeken

Maycken Pietersdr weduwe van
Sebastiaen Knechts, tijckwercker,
benoemt tot haar erfgenaam
Maritge Sebastiaensdr haar dochter,
en in geval van haar dochters overlijden zullen de goederen
vererven op haar kinderen, verwekt door
Jacob Jansz Clercx haar huidige man,
zij vermaakt legaten aan de Armen der Arminianen en
het Weeshuys.
21
Dit testament is blijkens aantekening in de marge herroepen
op 02.04.1632

Agatha Pietersdr van Goedereede benoemt tot haar
erfgenaam doctor Pieter Willemsz van Goedereede haar
vader, weduwnaar van haar moeder
Maria van Hoffdijck
burgemeester van Rotterdam,
mits hij gehouden is aan haar naaste bloedverwanten f 8000,-
in geld of rentebrieven te vermaken.

Gerrit van Kessel
tinnegieter ter ene zijde, sluit een contract met
Jan Leenertsz Pot
tinnegieter ter andere zijde,
dat Jan Leenertsz Pot, van Gerrit van Kessel een aantal
gietvormen zal kopen onder voorwaarde deze bij overlijden
van Van Kessel niet aan anderen te verkopen. De vormen en
gereedschappen de eerste zes jaar tezamen gebruikt worden.
In totaal voor een bedrag van f 556,-: f 250,- te betalen
binnen 6 weken, en de rest op 01.01.1632.
28
Deze akte is ongepasseerd gebleven en doorgehaald.

Op verzoek van
Adriaen Hendricx van Ostrum en zijn vrouw
Maritgen Adriaensdr wonende aan de oostzijde van de
Buttersloot,
wordt een verklaring afgelegd door:
Doctor Pieter Willemsz van Goedereede
burgemeester van Rotterdam,
Gerrit Lambrechtsz
cleermaecker en
Claes Adriaensz,
dat zij tezamen op heden geweest zijn ten huize van
Maerten Maertensz man van
Cataryna Melisdr
tinnegieter, wonende op de
Meent,
die aldaar ziek te bed lag; hij heeft bij het aangaan van
zijn huwelijk een staat gemaakt van zijn ingebrachte
goederen; hij verzoekt de attestanten daarvan kennis te
nemen en het als zijn laatste wil te beschouwen.