Zoeken

Jan Mattheeusen (tekent als Jan van den Berch) en Jan Gerritsen Dijckhof verklaren dat zij door tussenspraak van de redetrekkers Marten Lievensen en Henrick Jacobsen Crawaet een akkoord hebben gesloten over de afbraak en het opmetselen van een tussen hun huizen staande muur.

Johan van Loon en Pieter van Goeree, beiden oud-schepenen, als voogden van de nagelaten kinderen van Willem Crijger, in zijn leven burgemeester, raad en vroedschap, ter ene zijde, en Jan Pietersen van der Velde, commandeur op het schip 'De Wijboot', ter andere zijde, sluiten een overeenkomst over de equipage en het uitrusten van het schip voor de walvisvangst bij Groenland.

Hugo de Blois, deurwaarder van de gemeene landsmiddelen, en Jacob Govertssen, wonende te Charlois, leggen een verklaring af op verzoek van Commer Gerritssen Capiteijn, pachter van het zoutgeld. Zij verklaren dat zij met Cornelis Commerssen, gemachtigde van Commer Capiteijn, en met Rut Gijsbertssen van Bunschoten, medestander van de genoemde impost, op 6 april te Charlois zijn geweest, en dat Cornelis Commerssen daar een boete heeft gegeven aan Bastiaen Janssen, wegens diens opgaven van het aantal koeien dat hij bezat.

Grietge Cuijls (Cuijl), weduwe van Jan Sijmonsen van der Meijde, en de koekenbakkers Jan de Hooch, 26 jaar, en Jan Claesen Veer (Verveer) 21 jaar, leggen een verklaring af op verzoek van Cornelis Casteleijn. Verklaart wordt dat Machteltgen Adriaens, vrouw van Cornelis Jansen Hagens, wonende te Maassluis, een jaar geleden vaak bij Grietge Cuijls heeft gelogeerd en daar verschillende keren gezegd heeft dat zij de schulden zou betalen van haar zoon Jan Hagens, die nu in Oost-Indië is en getrouwd is met de dochter van kapitein Jan Aertsen Verhaef, en dat zij in plaats van de schuld de kleren en goederen van haar zoon onder zich zou houden.