Zoeken

Celitgen Anthonisdr weduwe van
Frans Jansz, camerbewaerder van de burgemeesterskamer
met als borgen
Jan Fransz
cnoopmaecker, en
Anthonis Fransz
schoenmaecker, haar zoons,
verklaart 500 carolusgulden schuldig te zijn aan
Adryaen Phillipsz van Emersael,
onmondige nagelaten zoon van
Phillips Adryaensz van Emersael,
aan haar wegens geleende gelden uitbetaald door
Geertruyt Pietersdr Bisschops, de moeder van Adriaen
Phillips.

Op verzoek van
Sara Moensdr vrouw van
Daniel de Wilde,
wordt een verklaring afgelegd door
Merritgen Cornelisdr, 42 jr., vrouw van
Pieter Jansz Oudewater, chirurgijn,
Arentgen Hillebrantsdr, 46 jr., vrouw van
Willem Barentsz, caghenaer, en
Anna Jansdr, 32 jr., vrouw van
Pieter Stoffelsen, houtsaegher,
dat zij als naaste buren van requirante weten dat zij door
haar man zwaar wordt mishandeld, en dat hij dagelijks
dronken is; zij verklaren dat zij niet langer met haar man
in }}n huis kan leven.

Op verzoek van
N.N. Lieffkint
capiteyn
wordt een verklaring afgelegd door
Laurens Erasmusz Corp, 53 jr.,
schipper,
geweest onder Lieffkint,
dat de huisvrouw van Adryaen Cornelisz die als
schrijver, diende onder Lieffkint en anderhalf jaar
geleden op de Schans bij Rees overleden, te Tranche
aan attestant heeft verzocht de door hem achtergelaten kist
in de Schans te brengen en te openen, hetgeen hij weigerde.

Jan Kool
corporael geboren te
Haerlem, onder
Pieter Anthonissen den Helt
capiteyn,
verklaart 20 carolusgulden schuldig te zijn aan
Neeltgen Pietersdr weduwe van
Jacob Aryensz, varende man,
wegens geleende gelden.