Zoeken

Phillips Cornelisz, schipper op Delff, man van Marijtgen Ariens, verzoekt de notaris bij Sijtgen Claesdr, waerdinne in de herberg Amsterdam op het Amsterdamse Veer te protesteren tegen de beledigingen en handtastelijkheden, hem aangedaan en verbiedt haar nog langer zijn huis te betreden. Sijtgen Claesdr is de dochter van genoemde Marytgen Ariens.

Jan Jansz van Dooren, man van Cornelia de Vos, verzoekt de notaris Baltasar Basius, notaris en procureur en zoon van Cent Baltas om als erfgenaam van Neeltgen Adriaens Smout, inventaris van de boedel te eisen. Hij verwerpt het compromis dat Daniel de Vos, zijn schoonvader dd. 07.12.1649 door bemiddeling van advocaet Dirck van der Wolff, Adriaen Kieboom en notaris Vogel heeft gesloten om te komen tot deling van genoemde goederen.

Jan van Aller en Adriaen Kieboom, notarissen, zeggen Daen Dircxs Danen aan dat Cornelis Dircxs, bootgesel, dient terug te keren in het schip van capiteyn Punt.

Tenslotte wordt nog genoemd: Gerrit van der Meer, gerechtsbode.

Gijsbrecht Heynricksz, cleermaecker, verzoekt de notaris Jan Janssen, cuyper, zoon van wijlen Weyntgen Claesdr, weduwe van Abraham Joppen, en Frans Joppen, maeckelaer, aan te zeggen dat zij het huis, gelegen aan de westzijde van de Schrijnwerckerssteghe, vrij en onbelast aan hem zullen opleveren en het zullen ontslaan van borgtocht waarmee deze is verbonden voor het huis en erf van wijlen Jan Kalff, gelegen aan de westzijde van de Luevehaven, en dat de secreetpotten, afgebroken door genoemde Jan Sentten, in hun oorspronkelijke staat hersteld zullen worden.