Zoeken

Rond 1800 beleefde Nederland roerige tijden: het waren jaren van revolutie, strijd tegen Oranje en de Belgische Opstand. Tegen deze achtergrond namen individuen en groepen die niet behoorden tot de stedelijke, protestantse, mannelijke bestuurselite toch volop deel aan het politieke proces. Zij deden dat door gebruik te maken van het belangrijkste politieke instrument van hun tijd: verzoekschriften en petities. Alle autoriteiten in het land, van dorpsbestuurders tot de koning, namen verzoekschriften uiterst serieus. Het recht van petitie werd beschouwd als een fundamenteel politiek recht.

Proefschrift, waarin onderzoek is gedaan naar het politiek-bestuurlijke besluitvormingsproces betreffende het 'decentraal bestuur' in de gemeente Rotterdam. 'Decentraal bestuur' wil zeggen; de voormalige deelgemeenten van Rotterdam en hun relatie met de 'Coolsingel'.

Publicatie gebaseerd op een oral-history project met de leden van de Rotterdamse colleges van burgemeester en wethouders tussen 1966 en 2006 over hun bestuurlijke ervaringen in Rotterdam. 36 oud-bestuurders vertellen openhartig over hun leven voor, tijdens en na hun jaren in de Rotterdamse politiek.

In 29 augustus 1618 werd Johan van Oldenbarnevelt gevangengenomen. Zijn gevangenschap zou acht maanden duren tot zijn doodvonnis en executie met het zwaard op 13 mei 1619.