Zoeken

Johannes Kaff, gerechtsbode, verhuurt aan Zander Jans van der Veen, schoenmaker, een huis en erf, vanaf 01-05-1683 tot 30-04-1684, aan de oostzijde van de Westewagenstraat. Over het onderhoud worden afspraken gemaakt.

Jan Claesz, meesterkleermaker, Frans Gillis Been, wonende te Schiedam, verklaren op verzoek van de kinderen en erfgenamen van Ursula Jans de Paap, in haar leven vrouw van Jacob Jans Torne, dat Maartge Jacobs Torne, vrouw van Arij Goossens Brouwer, Jan Jacobs Torne, weduwnaar van Cornelia Ariensz, Grietge Jacobs Torne, in haar leven vrouw van Cornelis Kleijn, Geertge Jacobs Torne, vrouw van Reijnier van Blommerswaerd en Coenraad Jacobs Torne, de enige nagelaten kinderen zijn van Urseltge Jans de Paap en Jacob Jans Corne, dat zij elkaar 35 jaar goed gekend hebben, en daarvan 24 jaar voogd over de kinderen geweest.

Cornelis Kleijn, voogd over Geertge Reijniers, 10 jaar oud, en Coenraed Jacobsz Torne en Arij Goossensz Brouwer, eveneens voogden over Geertge, sluiten een overeenkomst over haar opvoeding.

Jan Cornelis Kluijtbaes, meesterkuijper, verhuurt aan Matthijs van Gouders, uit naam van zijn zoon Hendrik van Gouders, een pakhuis en erf, voor een bedrag van 36 gulden per jaar, vanaf 16-03-1683 tot 15-03-1685, staande aan de oostzijde van de St. Pieterssteegh, voor een periode van 2 jaar, onder dezelfde voorwaarden als Jansje van Nesch, weduwe van Jan Balkenende.