Zoeken

Capitein Anthony Wijngaert van Duynkerken, in Rotterdam in hechtenis zittend, legt een verklaring af op verzoek van Nicolaes de Cleere te Breda. Hij verklaart dat hij Anna Tienbroon kent. Deze woont op het fort Maerdijcke en is de schoonzuster van Jacob Lenar, brouwer op hetzelfd fort. Zij is getrouwd met een sergeant, op hetzelfde fort gelegerd. Zij heeft verscheidene kinderen van hem, waarvan er 2 nog in leven zijn. Getuigen zijn Jan Jaxques Quintana (ondertekend de Quintina) en Glauda Colijn (ondertekend Colius), mede gevangenen.
Alle akten in dit boek zijn niet ondertekend, wel maakt de notaris de opmerking dat de comparanten getekend hebben.

N.B.: dezelfde akte als ONA 305, aktenr. 1.

Teunis Jans Platenaer, schipper op het schip "de Middelburgh" in Zeelandt, wonend alhier, gemachtigd door Elias van der Vin, coopman te Middelburgh, machtigt in zijn plaats Johan Cool, procureur, om tegen Jacob van Rijel, maeckelaer in taback, op te treden.

N.B.: dezelfde akte als ONA 305, aktenr. 2.

Claes Jans van der Schoot verkoopt aan Willem Joosten, zijn huis en erf, staande en gelegen aan de westzijde van de Oppert voor 3.000 gld.
Belendingen: ten noorden Claes de Coordewercker, ten zuiden Gerrit Gerrits, huystimmerman, tot achter aan de gevel van Claes Jans.

N.B.: dezelfde akte als ONA 305, aktenr. 3.

Andries de Roy en Pieter van Wijck, beiden exploictiers van de gemeene lants middelen, leggen een verklaring af op verzoek van Cornelis van Leeuwen, medestander van de impost over zeep. Zij verklaren dat zij op 7 Januari met hem een peiling van de zeep hebben gedaan. In het huis van Maertgen Hendricx, wonend op de Korte Kipstraet, onder het huis van Abraham de Pasteybacker, waar nu, boven de kelder, de zoon van Abraham woont, hebben zij 3 pond zeep gevonden. Maertgen Hendricx verklaarde niet meer zeep te hebben. Bij verder onderzoek op 9 januari is nog meer zeep gevonden, hiervoor moet zij een boete betalen.

N.B.: dezelfde akte als ONA 305, aktenr. 4.