Zoeken

Gerridt Jansz Quack, schipper, verkoopt zijn caechschuijtgen met seijlen, ongeveer 3 lasten groot, aan schipper Gerridt Maertensz Mol voor 210 gulden. Samuel Jacobsz, schoenmaecker, stelt zich borg voor de betaling van de schuld.

Pieter Willeboortsz, wonend in de Caech, verkoopt zijn caechschuijtgen, 4 lasten groot, aan Gerrit Jansz Quack, wonend alhier, voor 487 gulden.
Jan Frederixsz en Cornelis Arijensz Cockedecker stellen zich borg voor de betaling.

Willem Allertsz verkoopt zijn huis en erf op het Steijger alhier, met alles wat nagelvast is, aan Dirck Verheij voor 2150 gulden. Het huis is belast met 1500 gulden, dit komt ook voor rekening van laatstgenoemde.
Het erf strekt voor van de straat tot achter aan het huis van
Colitgen Teunis, weduwe van Frans Jansz, en is belend aan de oostzijde door de erfgenamen van Claes van A, en aan de westzijde door de erfgenamen van Fillip Arijensz.

Jan Centen verkoopt de helft van een huis en erf, hem toekomend door het overlijden van zijn vader Vincent Barentsz, aan Job Joosten, cleermaecker, voor 700 gulden. Het huis is gelegen aan de zuidkant van de Houttuijnen alhier, en is belend ten oosten door de erfgenamen van Arijen Fransz en ten westen door de weduwe van Arijen Spiering.