Zoeken

Stephanus Rietmulder, minderjarig jongman, geassisteerd door zijn moeder Maria Vermaat, weduwe van Willem Rietmulder, machtigt Francois de Bas, procureur te Delft, om hun belangen te behartigen in de zaak tegen Catharina Westerbeek, meerderjarige dochter, voor schepenen van Delft.

(Zie akte nr. 2.)

Wijntje Gerrits Verweij, vroedvrouw en vrouw van Abraham uit den Bogaart of Uitdenbogaart, Neeltje van der Wagen, vrouw van Arij Horenweg en Leuntje Pieters Voshol, vrouw van Abraham Benjamijnsz van Haastert, allen naaste buren van Neeltje Westerbeek, moeder van Catharina Westerbeek, verklaren dat Stephanus Rietmulder de vader is van de dochter die Catharina Westerbeek op 26 november 1734 ter wereld bracht.



(Zie akte nr. 1.)

Jan en Gerrit van Lint, zonen van Cornelia Everwijn en wonende te Schoonderloo, leggen de verdeling van de erfenis van hun grootouders, Jasper Everwijn en Cornelia den Hertog, vast, omdat hun ouders verzuimd hadden die verdeling goed op schrift te stellen. Beiden erven een huis aan de zuidzijde van de Hoge Zeedijk te Schoonderloo. Omdat het huis van Gerrit 185 gulden minder waard is dan dat van zijn broer, krijgt hij voor dat bedrag extra roerende goederen uit de nalatenschap.

Als Cornelis Jochemssen van Sassem tijdens zijn verblijf in Oost-Indiën, kinderloos en ongetrouwd is overleden, worden zijn vader, Joachim Daniëls van Sassem en diens kleinkinderen tot erfgenamen verklaard.