Zoeken

Margareta Verweij, weduwe van Nicolaes van der Wout alias Groenevelt, verklaart dat haar overleden zoon Jacob van der Wout alias Groenevelt patroon was van een vicarie in de Ambacht van Naaldwijk. Na diens overlijden is het vicariaat overgegaan op diens broer Hendrik Groenevelt volgens een akte van collatie gepasseerd op 20 maart 1744 voor notaris Eduard van Velsen te 's Gravenhage.
Nu Hendrik ook overleden is draagt Margareta het vicariaat over op Nicolaes van der Wout alias Groenevelt, minderjarige zoon van bovengenoemde Jacob.

Jacobus van Geluwen en Elisabeth van der Meulen,echtelieden, benoemen elkaar tot erfgenaam. Hij herroept zijn testament verleden op 24-01-1736 samen met zijn eerste vrouw Sara de Rooij.
Zij maken bepalingen ten op zichte van :
- Theunis Westerheij en zijn zus Neeltje Westerheij, vrouw van Willem Jansse de Jong, kinderen van Joseijntje de Rooij, de zus van bovengenoemde Sara.
- Meijndertje van der Meulen, vrouw van Otto Kruijs.
- De kinderen van Johannes van der Meulen za.
- Maartje Pieters Kerke.
- Antje Pieterse Kerke.
- Aagje Pieters Kerke.
- Willem Pietersse Kerke.
- Joseijntje Westerheij, dochter van Catharina Pieters Kerke za.
- De kinderen van Catharina Willems van der Zee za.
- Cornelis Isaacksse van der Zee, zoon van Isaack Willemsse van der Zee za.
- Willem Jansse de Jong.
- Maartje de Graaf, dochter van Treijntje Jans de Jong za.
- De kinderen van Maartje Willems van der Zee za.
- Arent Cornelisse van der Zee en Alewijn Cornelisse van der Zee, kinderen van Cornelis Willemsse van der Zee za.

Ze stellen tot voogden over de minderjarige erfgenamen aan:
Marinus de Man, Theunis Westerheij en Willem Pietersse Kerke.

Jan Vermaat, koornbrandewijnbrander en koopman en Pieter van Meurs, meester-chirurgijn en reder, op grond van de acte verleden op 22-05-1745, voogden over de minderjarige erfgenamen en executeurs over de boedel van Margareta Verweij za, weduwe van Nicolaes Groenevelt,
verklaren dat zij toezicht zullen houden op de uitvoering van het testament.

Boedelinventaris van Dorothea Cambel, eerst weduwe van Coenraad Doorman, laatst huisvrouw van Otto Hop, ankersmit.
Overlijdensdatum 11-10-1747
Van de goederen in gemeenschap met haar man bezeten.
Opgemaakt door Otto Hop voor:
- Zichzelf
- Johanna Doorman, dochter van de overledene en Coenraad Doorman za, weduwe van Coenraad Bergh.
- voornoemde Otto Hop en Aarnout Barvoets, marktschipper, als voogden gesteld bij akte verleden op 06-11-1747, over Coenraad Doorman, minderjarige zoon van de overledene en Coenraad Doorman za.
- Voor Otto Hop als voogd over zijn minderjarige zoon Hendrik Hop bij de overledene.
Allen erfgenamen op grond van het testament verleden op 18-01-1734 voor notaris Cornelis van Loon te Amsterdam
Diverse roerende goederen