Zoeken

De notaris gaat op verzoek van Johan van Berckel, executeur en ontfanger van de gemene lands middelen, naar Johan Cool, procureur voor de vierschaar, en moet hem aanzeggen dat hij zich moet houden aan de arbitrage van door het gerecht aangewezen goede mannen in zijn kwestie met Cool, die dan de in beslaggenomen goederen moet vrijgeven.
Cool zegt op 27 september schriftelijk te zullen antwoorden.

De notaris gaat op verzoek van Pieter Cornelis Elsewael, erfgenaam van Elisabeth Jans Trompers, naar Leendert Ariensz van der Marck, woonende inden Boschpolder, en vraagt hem of hij een schuld van 54 gulden landhuur wil betalen.
Van der Marck zegt dat hij niet meer dan 40 gulden schuldig is, hij zal betalen als hij geld heeft.

De notaris gaat op verzoek van Pieter Elsewael naar Annitge Hendricx Schouten, weduwe van Pieter Adriaens, kleermaker, en vraagt haar of zij het door Pieter gekochte huis wil overdragen en het huis wil belasten met een penningborg, die zij eerder niet bekend gemaakt had, en zich wil houden aan de verdere koopvoorwaarden.
Zij antwoordt dat zij gifte zal doen, zal zorgen dat de borg geen schade komt te lijden en dat zij aan de koopvoorwaarden zal voldoen.

De notaris gaat op verzoek van Johan Vergoes, makelaar en pontgaarder, naar Edwart Brome, Engels koopman.
Hij vraagt of Brome een wisselbrief, verzonden uit Londen op 3-8-1644, wil betalen aan Vergoes (of John van der Goose).
In de brief wordt genoemd Francis van Acker, de ondertekening is van D. Hodson.
Brome antwoordt dat de vervaldag pas morgen is. Hij zal dan de houder van de brief zijn geld aantellen.
De notaris protesteert wegens kosten en schade omdat de vervaldag wel verlopen zou zijn.