Zoeken

Jacob van Diermen, verkoopt als gemachtigde van Ariaentgen Aelbrechts -weduwe van Claes Heyndricksz, wantslager- een huis en erf in de Dobbestege aan Catharina Vethuysen. Het pand staat naast dat van Arien Pietersz Vethuysen en verkoopster zelf, en strekt tot loots en erf van verkoopster. De koopsom bedraagt 600 gulden en 50 gulden speldegeld. Er is een betalingsregeling op rente. De overdracht gifte zal zijn 1 mei 1661 met het pand als zekerheid.

Jannetgen van Son - weduwe van Jacob Ariensz van Zonnen, wonend op de Katshouck, benoemt dochter Jannetge van Zonnen -vrouw van Barent Ubbingh- in haar legitieme portie. Als Ubbingh zijn schuld aan haar van 4.000 gulden voor haar overlijden niet heeft betaald, gaat deze obligatie van 4.000 gulden als prelegaat naar zoon Abraham Jacobsz van Zonnen (naast zijn erfdeel). Ook een prelegaat van 1.000 gulden naar kinderen/kleinkinderen van dochter Jannetge. Voor het restant van haar bezit gaat de helft naar zoon Abraham en de andere helft naar de kinderen/kleinkinderen. Er is een bepaling voor de alimentatie en onderhoud van deze kinderen. Indien deze voor haar overleden, dan gaat het deel naar vrunden; idem indien Ubbingh eerder als zijn vrouw of kinderen overlijdt. Als executeurs worden genoemd Segerus van Zon, bedienaar des goddelijken woord, en Willem van Zon.

Op verzoek van Jacob Claesz Nanningh, koopman, gaat notaris naar Jacob Motte, assuradeur, voor aanspraak op schadepenningen door vergaan van het schip "de Vergulde Starre". Dit schip is bij binnenlopen van de Maze gestrand op de Houck van Holland en geabandonneerd door verzekeraars. Schipper was Pieter Jacobsz Nanningh. Motte zegt echter dat hij niet "ingeteykent heeft" en het hem niet aangaat. Notaris protesteert.

Aeltje Michiels, vrouw van Cornelis Barentsz Rhees, geeft op verzoek van Maerten Jacobsz Nannius -voogd over de nagelaten kinderen van Jan Laurensz Geens- haar getuigenis over Haesje Centen -vrouw van Gerrit Joppen Laen uit Gouda. Deze was bij haar gekomen en vertelde dat ze abusievelijk 200 gulden betaald had aan Laurens Jansz (zoon van Jan Laurensz) en het wilde terugvragen; ze wist echter niet waar deze woonde. Nadat Aeltje dat haar had verteld, is later Haesje weer geweest om te zeggen dat het allemaal goed was gegaan en dat ze het geld nu had gegeven aan deurwaarder Thomas van der Helm's vrouw.