Zoeken

Testament van het echtpaar Gijsbert Heus en Jannetje Abrahams Voorbij, eerder weduwe van Leendert Leendertsse de Langen.
Woonachtig te Hillegersberg.
Ze herroepen een testament op 13 maart 1742 gepasseerd voor notaris Herbert van der Meij te Rotterdam en een testament gepasseerd op 30 augustus 1744.
Gijsbert Heus benoemt tot zijn enige erfgenaam zijn dochter Cornelia Gijsberts Heus, uit een eerder huwelijk met Marijtje Dierts Heijdra za.
Jannetje Voorbij benoemd als haar enige erfgenamen haar zonen Leendert Leendertsse de Lange en Abraham Leendertsse de Langen, uit haar eerdere huwelijk met Leendert Leendertsse de Lange. Ieder voor de helft.
Beide zonen krijgen een obligatie gelegateerd die ter verrekening van hetgeen beide echteleiden in hun huwelijk meebrachten is uitgegeven. Leendert Leendertsse de Langen en Abraham Leendertsse de Langen kregen ieder een obligatie van 500 gulden uit de algemene boedel. De eerste opgemaakt op 19 november 1745 en de andere op 11 december 1745.
Kleding, goud en zilver en lijfsieraden worden gelegateerd aan de langstlevende.

Het echtpaar Adrianus Maas en Geertruij Staalwijk aan de ene kant en Reijnier Staalwijk en Catharina Staalwijk aan de andere kant verklaren dat Geertruij Staalwijk en Catharina Staalwijk de enige erfgenamen zijn van Reijnier Pietersse Staalwijk , klapwaker.
Ze verklaren dat het huijs en erve in de Groenendael uit de nalatenschap van Reijnier Pietersse Staalwijk aan de eerstgenoemde wordt toegedeeld en op naam van Adrianus Maas zal worden overgeschreven.

Jan Vermaat en Pieter van Meurs als voogden over de nagelaten minderjarige erfgenamem en executeurs van het testament van Margareta Verweij za, weduwe en boedelhoudster van Nicolaas Groenevelt, meester kuiper, veilen een huis en erf met een kuipers werkhuis,loods en pakzolders, gelegen aan de westzijde van de Oude Haven, strekkende van de straat gedeeltelijk tot aan de branderij van Roelant de Quaak en gedeeltelijk tot aan de Kreeksloot. Belendend ten zuiden aan aan voornoemde Roelant de Quaak en ten noorden aan Ernst Heijne.
Op het geveilde rust nog een schuldbrief ten gunste van de erfgenamen van Clasina Roest za, weduwe en boedelhoudster van Huijbert van Lokhorst.
Deze schuldbrief bedraagt 1600 gulden maar hier is reeds 600 gulden op afgelost. Resterend bedrag 1000 gulden. Deze schuldbrief is gepasseerd op 19 december 1740 voor de schepenen der stad Delft.
Hoogste bod door Jan Nieuwpoort.
Veiling in de herberg Het Melkmeisje
Gemijnd door Geijsbert van der Most, meestertimmerman in opdracht van Jacobus van Kal voor 1925 gulden.
Borgen zijn Magdalena Duere en Gijsbert van der Most.

Stephanus van der Ent en Boudewijn de Graaf, als executeurs van het testament van Maarten Verkade,koopman en reder, veilen een huis met erf en een tuintje gelegen aan de westzijde van de Kolk of Sluis te Delfshaven, strekkende van de straat westwaarts tot aan de Kreeksloot. Belendend in het zuiden de erfgenamen van Neeltje de Quaak , weduwe Blommendaal en in het noorden aan de Bossenpoort
Hoogste bod door Mattheijs Killenaar 1675 gulden.
Veiling in Herberg Het Melkmeijsje.
Gemijnd door Nicolaas de Wit voor zijn zus Anna de Wit, echtgenote van Maarte van der Meer voor 2175 gulden.
Borgen Cornelis van der Ent en Nicolaas de Wit.