Zoeken

Herinneringen van de broers Morel aan de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog en in het bijzonder die van 31 maart 1943. Ten tijde van het geallieerde bombardement woonde het gezin Morel met elf kinderen op de Schiedamseweg 244. De vader overleed in 1942. Tijdens het bombardement school het gezin onder de trap. Hun huis werd verwoest, maar alle kinderen overleefden. Na wat omzwervingen kregen zij een woning toegewezen in de Rochussenstraat dat toe behoorde aan Joodse mensen. Zij keerden na de oorlog niet meer terug.

Herinneringen van meneer Scholten aan de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog en in het bijzonder die van 31 maart 1943. Ten tijde van het geallieerde bombardement was meneer Scholten met zijn moeder en drie andere kinderen thuis in de Stuurmansstraat. Na afgaan van het luchtalarm stond de familie op de overloop. Tijdens het bombardement hoorde meneer Scholten veel gegil daarna werd het twee dagen stil. Hij werd onder het puin vandaan gehaald en naar het Diakonessenziekenhuis gebracht. Zijn moeder, broer en zusjes overleefden het bombardement niet.

Herinneringen van meneer Bruning aan de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog en in het bijzonder die van 31 maart 1943. Ten tijde van het geallieerde bombardement was meneer Ouwehand twee jaar oud en woonde aan de Taanderstraat waar op 31 maart 1943 twee huizen verder een bom viel. Zijn moeder kon met haar twee kinderen vluchten. Het huis is afgebrand. In de Taanderstraat vielen 28 doden. Het gezin kreeg vrij snel daarna een woning aangeboden in Tuindorp Vreewijk.

Herinneringen van meneer Bruning aan de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog en in het bijzonder die van 31 maart 1943. Ten tijde van het geallieerde bombardement woonde hij in de Willem Beukelszstraat. Tijdens het bombardement was hij alleen thuis. Zijn ouders arriveerden later. Ze verzamelden spullen en vluchtten het gebied uit. Hun huis brandde later af. Het gezin van meneer Bruning kreeg een woning aangeboden in Tuindorp de Vaan op Zuid.