Zoeken in archieven

Frans Fredericxs van Rotterdam, 23 jr en Jan Jans van Rotterdam, 23 jr, beiden bootsgesel, verklaren op verzoek van Teunis Jans van Rotterdam, mede bootsgesel, dat zij met het schip genaamd Abrams Offerhande, waarop Willem Joppen Noteboom, wonende te Delfhaven, op 24/11/1663 uit Rotterdam zijn vertrokken en in februari 1664 op Christoffel in Westindien zijn aangekomen. Dat, terwijl zij daar in een herberg zaten te eten, de schipper hen kwam aanzeggen dat zij aan boord moesten komen, waarop Teunis Jans hem heeft geantwoord dat zij zouden komen als zij hun maaltijd hadden beëindigd. De schipper heeft hem daarop met een mes bedreigd, hem door soldaten in de boeien laten slaan en in de
gevangenis achtergelaten.

N.B.: Frans Fredrericxs tekent als Frans Vrederijckse.