Zoeken in archieven

Marija de Wit, weduwe van Nicolaas de Wit, in leven zijnde commissaris van wet en koopman op Delfshaven, verklaart minder dan 50.000 gulden gegoed te zijn. Zij herroept alle voorgaande testamenten etc. en ook het testament gepasseerd bij notaris Joris Geesteranus te Delft d.d. 10 september 1764. Zij pre legateert haar roerende goederen aan het dochters; Petronella de wit, gehuwd met Pieter Boelen en Jacoba de Wit, gehuwd met Geijsbert Boelen en bij hun overlijden aan hun resp. kinderen. Haar universele erfgenamen zijn haar vier kinderen Cornelis de Wit, Boudewijn de Wit, Petronella de Wit en Jacoba de Wit. Als executeur benoemt zij Boudewijn de Wit, schepen en rentmeester van Scheveningen. Tot voogden over haar minderjarige en in het buitenland verblijvende erfgenamen benoemt zij haar zoon Cornelis de Wit en Pieter Boelen, de man van haar dochter.