Zoeken in archieven

Op verzoek van Louys Vermande, Cornelis Verdonck en Benjamin Jansen, wendt de notaris zich tot Jan Jacobsz Palm, die door zijn afwezigheid door zijn vrouw en dochter vertegenwoordigd wordt. De notaris leest hen voor hoeveel schade en kosten is geleden door de beslaglegging op de schepen genaamd, de Engel,Abrahams Offerande en de Palmboom. Door de bode Duyfhuysen is op 23 November 1652 het verzoek van Jan Jacobbsz Palm en met instemming van de burgemeester medegedeeld dat beslag mocht worden gelegd op de schepen.
De vrouw antwoordt, willen zij schepen kopen en geen geld hebben, mijn vader heeft het met instemeing van de burgemeester gedaan, ik zal het aan mijn man zeggen als hij thuiskomt.