Zoeken in archieven

Joost van de Hende, koopman te Rijssel, voert een proces tegen Isbrant van Houten, oud-schepen van Schielandt, wegens wisselbrieven.
Daar Isbrant inmiddels is overleden wordt zijn plaats ingenomen door zijn weduwe Catharina van Haestregt.
Om verdere onkosten te voorkomen komen zij overeen na uitspraak van de arbiters Cornelis Coninck en Gerrard van Bergen, beiden raed en vroetschep en oud-schepen, en Adriaen Ambrosius, te weten:
De weduwe zal 2800 gulden in geld of wisselbrieven aan Van de Hende betalen en zij heeft Van de Hende 2 wisselbrieven geleverd, die geaccepteerd zijn door Jaen Cnaeuw, koopman, waartegen Van de Hende aan de weduwe 3 wisselbrieven gegeven heeft, met de protesten waarop de eis was gefundeerd.
Hiermee is de kwestie afgedaan, behalve dat de weduwe ter zake van het geeiste ten laste van de erfgenamen van Franchois Hoij zal herhalen zoals haar aangeraden is.