Zoeken in archieven

Aefje Jans, weduwe van Leendert Jansz Kreul, verkoopt onder allerlei voorwaarden aan haar dochter Ariaentge Leenderts een huis en erf, gelegen aan de oostzijde van de Lombertstraet, ten noorden begrensd door Jacob Fransz en ten zuiden door Cornelis Cornelisz, strekkende voor van de straat tot achter aan Maertge Jacobs. Er staat een last van 400 gulden op, toebehorende aan Rijckje Ariens. Naast deze last is de koopsom 300 gulden. Verder wordt Jan Leendertsz Kreul (Kreuil) als erfgenaam genoemd. Als Jan Leendertsz bij het overlijden van Aefje al overleden is, worden Hendrick Willemsz en Leendert Cornelisz, bierkruier, voogden over de kinderen van Jan, welke voogden met Ariaentge de boedel mogen scheiden en delen.