Zoeken in archieven

Anthonij (Antoni) Christeaansz Weerhorst, wijnkoper in Utrecht, voor een derde deel voor zichzelf, die een machtiging, die d.d. 29 september 1662 bij Carel van Doorn, notaris aldaar, is opgemaakt, heeft van zijn zuster Geurtgen Christeaens Weerhorst, weduwe van Harman Cornelisz van Mourick, voor het tweede derde deel en Warnard (Waernaer) Brouwer, man van Aeffgen van Walckhuijsen, nagelaten dochter van Geertien (Geertge) Christeaens Weerhorst, wonende in Amsterdam, voor zichzelf en mede namens Jan Jansz de Vries, man van Grietgen van Walckhuijsen, nagelaten dochter van genoemde Geertien, mede voor Geertien Jans van Walckhuijsen, nagelaten dochter van Jan van Walkhuijsen, die een nagelaten zoon is van genoemde Geertge Christeaens Weerhorst, verder als oom en voogd van Adriaen Jansz van Walkhuijsen, nagelaten zoon van genoemde Jan van Walkhuijsen, voor het resterende derde deel, allen erfgenamen volgens het testament van wijlen hun broer, oom en oud-oom Matthijs Christeaansz Weerhorst, machtigen Claes Jansz van Swartsenburgh, wijnverlater alhier, om namens hen hun huis en erf te verkopen, gelegen aan de noordzijde van de Nieuwe Princestraat, ten oosten begrensd door Marijtge Huijgen, weduwe van Mathijs Jansz, metselaar, en ten westen door Willem Prest, strekkende voor van de straat tot achter aan de Karnemelcksteeg.
Het genoemde testament is d.d. 8 mei 1657 bij notaris Jacob Delphius opgemaakt.