Zoeken in archieven

Een deel van deze akte is verloren gegaan.
Thomas Mum? of Nau? en Johan Willemsz (John Williams), schippers van Jarmuijden, leggen op verzoek van Johan Hallid, schipper op het schip de Beproeving, een verklaring af. Thomas verklaart dat hij op 23 januari met zijn schip bij de schepen van Hallid en Richard Donningh in de haven van Schiedam was. Er kwam toen een boeijerschip, dat in Rotterdam thuis hoort, aan dat met een touw wilde vastleggen aan de mast van het schip van Donningh. Omdat de sluis ging uitlopen, maakte het scheepsvolk van Donningh bezwaar tegen dat vastleggen en zei dat het boeijerschip aan de kade moest aanmeren. De schipper van het boeijerschip werd boos, liet 4 messen halen en verjoeg de bemanning van het schip van Donningh naar het schip van Hallid. Johan Willemsz heeft gezien dat de schipper van het boeijerschip met een van zijn matrozen op de kajuit van de Beproeving stond en woorden hadden. Die matroos heeft zijn schipper van die kajuit gegooid. Schipper Joris (George) Hellington legt ook een verklaring af. Deze verklaring is verloren gegaan.