In 1842 werd in Buffalo in de Verenigde Staten de eerste graanelevator ontworpen. Deze door stoom aangedreven uitvinding maakte het mogelijk om granen als los gestort massagoed te verschepen, in plaats van zakken graan. De graanelevator werd in Nederland bekend onder verschillende namen: emmerlader, jakobsladder en bekerelevator. In 1893 publiceerde het Rotterdams Dagblad in een artikel dat de Engelse ingenieur F.E. Duckham een graanelevator had laten bouwen die een capaciteit van 100 ton graan per uur kon uit een schip kon lossen. Nadat in Engeland in 1893 de eerste drijvende graanelevator in gebruik was genomen, nam in 1896 de Duitse firma Luther het patent over. Op aandringen van Duitse graanhandelaren werd in Rotterdam onderzocht of het mogelijk was om graanelevators in te zetten. De eerste graanelevators in Rotterdam werden in 1905 in gebruik genomen.
In 1908 slaagde de Graan Elevator Maatschappij (GEM) er als eerste in graan volledig als bulkgoed te vervoeren. Het bedrijf bereikte groot succes: in 1913 liep reeds 96% van de graanoverslag via elevatoren.