Logo IJsclub Kralingen


In Rotterdam kan sinds december 2013 elke winter op kunstijs worden geschaatst  op het sportpark Toepad bij de Esch in Kralingen. Het betreft een zogenaamde tunnelbaan en daarnaast een overdekte 'funbaan' van 800 m2. Schaatsbaan Rotterdam was in de zomer van 2013 winnaar van het stadsinitiatief, een jaarlijkse ideeënwedstrijd van de Gemeente Rotterdam. Bij IJsclub Kralingen kon al sinds 1879 geschaatst worden.

IJsclub Kralingen

De IJsclub was gevestigd aan een groot weiland nabij de Kralingse Plas dat in de wintermaanden onder water werd gezet. Al in 1938 waren er plannen om een overdekte kunstijsbaan aan te leggen in de stad. Als locatie voor deze baan werd het terrein van IJsclub Kralingen genoemd. De ontwerpplannen, gemaakt door het architectenbureau Brinkman & Van den Broek, wezen echter uit dat de exploitatiekosten voor de IJsclub te hoog zouden zijn. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog maakte definitief een einde aan deze plannen.

In de dertiger jaren had IJsclub Kralingen te maken met een teruggang van leden en financiële middelen. Dit was een direct gevolg van de economische crisis en zeven ijsloze winters in elf jaar tijd. Daar kwam nog eens bij dat IJsclub Kralingen in 1933 voor het eerst te maken kreeg met concurrentie. In dat jaar opende de eerste spuitbaan van Rotterdam op het terrein van het 'Oostelijk Tennispark' en kort daarna een dergelijke baan op het Nenijtoterrein. Hier kon sneller en vaker geschaatst worden dan op natuurijs en het ledenaantal van IJsclub Kralingen liep gestaag terug. Van een overdekte kunstijsbaan kon geen sprake zijn, maar desondanks realiseerde de IJsclub midden in de oorlog twee eigen spuitijsbanen.
 

Sportieve prestaties
Door de tijd heen zijn er vele soorten kampioenschappen op de schaats verreden op de banen van de IJsclub. Deze varieerden van schoonrijden tot hockeywedstrijden en hardrijwedstrijden. De eerste nationale wedstrijd in het schoonrijden op de Kralingse IJsclub vond plaats in 1893. Ze stonden onder auspiciën van de Nederlandschen Schaatsenrijdersbond, die in 1882 was opgericht. In de jaren twintig en dertig volgden op de Kralingse IJsclub nog vele schoonrijwedstrijden. Daarnaast kwamen lange afstandwedstrijden op de 500, de 1500 en de 5000 meter in opmars. Zo werd in 1924 op de IJsclub Kralingen voor het provinciaal kampioenschap Zuid-Holland gereden. Voor dat evenement hadden zich 40 deelnemers ingeschreven, maar 7 van hen kwamen niet opdagen. De oudste deelnemer was 49 jaar en de jongste 16 jaar. 

 

Na de oorlog werden op de IJsclub Kralingen de nationale kampioenschappen hardrijden gereden. Na de titelstrijd van 1946 was 1947 koud genoeg voor een nieuwe NK Schaatsen. Het was een gruwelijke winter en de wedstrijd moet spectaculair geweest zijn dankzij het optreden van Jan Langedijk. Langedijk was ook al kampioen geweest in 1940 en bij zijn aantreden in 1947 al 36 jaar oud. Desalniettemin wist hij alle nummers te winnen op alle vier de afstanden (500, 1500, 5000 en 10000 meter). En dat ondanks het feit dat hij, door te vroeg afbellen op de 5000 meter, nog een ronde moest rijden, terwijl hij meende al gewonnen te hebben. Bovendien behaalde hij tijdens die wedstrijd het Nederlands record op de 1500 meter. Het was de eerste keer dat een kampioen van Nederland alle nummers won.

Daarna moest men weer jaren wachten, voordat men op natuurijs kon schaatsen. Pas in 1951 was het weer koud genoeg voor een nieuw toernooi. In de jaren vijftig kon overigens vele jaren worden geschaatst, hoewel vanwege de slechte toestand van de banen niet altijd titelwedstrijden plaatsvonden, zoals in 1955. Op de wedstrijd van 1954 werd het record op de 1500 meter van Langedijk gebroken door Cockie van der Elst op overigens subliem ijs en onder bijzonder gunstige weersomstandigheden. De wedstrijd van 1956 was weer van een heel ander kaliber. Tijdens de wedstrijd begon het te motregenen, waardoor de toplaag van de baan doorweekt werd en door de eerste starters tot een zachte brij werd gereden. Records werden er dan ook niet gebroken. De Rotterdammer Wim de Graaff werd Nederlands kampioen, andere deelnemers waren Jeen van den Berg , die de Elfstedentocht van 1954 had gewonnen, en Reinier Paping. Beide schaatsers zouden tijdens de Elfstedentocht van 1963 van zich laten horen.

Kunstijsbanen
In de jaren ’60 werden her en der kunstijsbanen aangelegd. Sindsdien zijn er in Rotterdam geen nationale kampioenschappen meer gereden. In het midden van de jaren '70 verrezen in Nederland vier ijshallen, geïnitieerd door de Leidse ondernemer Ton Menken, waaronder één aan het Weena in Rotterdam. De Menkenbanen bestonden uit een middengedeelte van 30 x 60 meter waarop vrij kon worden geschaatst en dat ook voor ijshockey geschikt was, en een buitenring van 220 meter voor de schaatsers op noren. In 1996 werd bij baan aan het Weena gesloten en moesten de Rotterdamse schaatsliefhebbers het tot de opening van de schaatsbaan aan het Toepad doen met natuurijs of de Winterpleinen die sinds 2003 georganiseerd werden door JMR producties en de schaatsbanen van het IJsvrij Festival vanaf 2017.
 

Meer weten?