Public records
Notarial records
18_720 Gijsbrecht van Rossum te Rotterdam, 13 nov. 1660 t/m 3 okt. 1669
217 arbitrage 02-mei-1669
Document type:
arbitrage
Document number:
217
Date:
02-mei-1669
Bladzijden:
487 t/m 495
Notary:
Gijsbrecht van Rossum
Location:
Rotterdam
Content :
Neeltje Cornelis Bleijsweijck, weduwe van Cornelis Joosten de Vlieger, wonende onder Kralingen, als eiseres aan de ene kant en Jacob Jansz, Arij Jansz den Ouden, Cornelis Pleunen, man van Grietje Jans, en Maertje Jans, weduwe van Hendrick Jansz Leeuw, voor 4 vijfde delen erfgenamen van wijlen hun vader en schoonvader Jan Jacob Adriaensz, voor zichzelf en namens Adriaen Jansz de Jonge voor het resterende vijfde deel erfgenaam van zijn vader genoemde Jan Jacob Adriaensz, aan de andere kant als gedaagden (verweerders) hebben een zaak lopen voor het gerecht van Nieuwerkerk a/d IJssel in verband met de betaling van 1000 gulden met de rente daarover aan Neeltje door de genoemde erfgenamen. Zij stellen nu om kosten te voorkomen notaris en procureur Leonard van Zijl als arbiter aan de kant van de erfgenamen aan en procureur Joris van Eijck als arbiter aan de kant van Neeltje aan. Partijen zullen de uitspraak respecteren.
Op 6 mei 1669 zijn de partijen overeengekomen bewijzen te leveren.
Op 13 mei 1669 zijn hiervoor voor Neeltje een aantal verklaringen ingeleverd, nl. een verklaring van 3 mei 1669 van Trijntje Claesdr Doncker, vrouw van Claes Davitsz van den Berch, verklaringen van 10 mei van Adriaen Cornelis Aertsz, timmerman, en van Geertje Adriaens, vrouw van Willem Jansz Engelsman, verder een custingbrief van 16 augustus 1643 door genoemde Engelsman ten behoeve van genoemde Adriaen Cornelisz Aertsz en een overdracht van 26 augustus 1652 door genoemde Aertsz ten profijte van Cornelis Joosten.
De verweerders dragen, hoewel zij volhouden dat niet te hoeven doen, een verklaring van Willem Paulusz en Pieter Wiggertsz Croon d.d. 12 mei 1669 over, waarin wordt gezegd dat Trijntje Claesdr, die op verzoek van de eiseres een verklaring heeft gegeven, de weduwe is van Neeltjes volle broer, met wie Trijntje verschillende kinderen heeft gekregen, die nog in leven zijn, waarover Neeltje een volle moeije van vaderszijde is.
Op 6 mei 1669 zijn de partijen overeengekomen bewijzen te leveren.
Op 13 mei 1669 zijn hiervoor voor Neeltje een aantal verklaringen ingeleverd, nl. een verklaring van 3 mei 1669 van Trijntje Claesdr Doncker, vrouw van Claes Davitsz van den Berch, verklaringen van 10 mei van Adriaen Cornelis Aertsz, timmerman, en van Geertje Adriaens, vrouw van Willem Jansz Engelsman, verder een custingbrief van 16 augustus 1643 door genoemde Engelsman ten behoeve van genoemde Adriaen Cornelisz Aertsz en een overdracht van 26 augustus 1652 door genoemde Aertsz ten profijte van Cornelis Joosten.
De verweerders dragen, hoewel zij volhouden dat niet te hoeven doen, een verklaring van Willem Paulusz en Pieter Wiggertsz Croon d.d. 12 mei 1669 over, waarin wordt gezegd dat Trijntje Claesdr, die op verzoek van de eiseres een verklaring heeft gegeven, de weduwe is van Neeltjes volle broer, met wie Trijntje verschillende kinderen heeft gekregen, die nog in leven zijn, waarover Neeltje een volle moeije van vaderszijde is.
Content continuation:
Op 19 mei 1669 hebben de arbiters een derde arbiter gekozen, en wel Jacob Dedel, advocaat voor het Hof van Holland. Na partijen gehoord te hebben komen de arbiters op 3 juni tot de uitspraak dat de eis van Neeltje ongegrond is. De uitspraak is in 's Gravenhage door Van Zijl en Dedel ondertekend.
Access number:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventory number:
last modification 10-01-2023
1 digitized
a total of 5 files