Zoeken in archieven
Notariële akten
18_492 Johan van Weel de Oude te Rotterdam, 01-Jan-1641 t/m 31-Dec-1649
![Notariële akte Notariële akte](http://mifiles.archieven.nl/default/images/akkoord.png)
119 arbitrage 04-nov-1649
Datering:
04-nov-1649
Aktesoort:
arbitrage
Aktenummer:
119
Bladzijden:
255 t/m 255
Notaris:
Johan van Weel de Oude
Akteplaats:
Rotterdam
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Hendrick Pietersz Pimpelford heeft procuratie van zijn vader Pieter Pimpelford, gehuwd met Sofia Harmansz Dhamen, de zuster van Pieter Harmansz Dhamen en erfgenaam van Pieter Harmanse.
Hij heeft een geschil met Cornelis Joosten Thielen, gedaagde, over huurpenningen die hij zegt van Thielen tegoed te hebben.
Thielen zegt dat hem geld toekomt volgens de bijgevoegde lijst met onkosten (weergegeven op pagina 253).
Zij zullen zich houden aan de uitspraak van de arbiters Allard van Couwenhoven, secretaris, advocaet Kieboom, notaris en procureur, en Cornelis Bosch.
De lijst met onkosten van Pieter Harmens tijdens zijn ziektes en na zijn dood, weergegeven op pagina 253, bevat onder andere schuld aan Jan Arentse, blickslager.
Ook staat genoteerd dat Pieter in mei 1644 300 gulden toekomt en in mei 1645 100 gulden met 4 paar schoenen, waarvan een paar van spaens leer.
N.B. De akte is ondertekend door Olof Franssen uit naam van Henrick Pietersz Pimpelford.
De uitspraak van de arbiters luidt dat Cornelis Joosten Siele 420 gulden aan Henrick Pieterse zal betalen boven de 300 gulden, die door de eiser al vast zijn gelicht, mits Henrick Pietersz ten behoeve van Cornelis Joosten zich garant stelt voor 38 gulden die Cornelis Joosten beweert tegoed te hebben van Jan Aertsen, blikslager.
In de marge: Siele heeft in mei 1644 100 gulden aan Pieter Harmansz betaald tot korting op de 420 gulden.
Hij heeft een geschil met Cornelis Joosten Thielen, gedaagde, over huurpenningen die hij zegt van Thielen tegoed te hebben.
Thielen zegt dat hem geld toekomt volgens de bijgevoegde lijst met onkosten (weergegeven op pagina 253).
Zij zullen zich houden aan de uitspraak van de arbiters Allard van Couwenhoven, secretaris, advocaet Kieboom, notaris en procureur, en Cornelis Bosch.
De lijst met onkosten van Pieter Harmens tijdens zijn ziektes en na zijn dood, weergegeven op pagina 253, bevat onder andere schuld aan Jan Arentse, blickslager.
Ook staat genoteerd dat Pieter in mei 1644 300 gulden toekomt en in mei 1645 100 gulden met 4 paar schoenen, waarvan een paar van spaens leer.
N.B. De akte is ondertekend door Olof Franssen uit naam van Henrick Pietersz Pimpelford.
De uitspraak van de arbiters luidt dat Cornelis Joosten Siele 420 gulden aan Henrick Pieterse zal betalen boven de 300 gulden, die door de eiser al vast zijn gelicht, mits Henrick Pietersz ten behoeve van Cornelis Joosten zich garant stelt voor 38 gulden die Cornelis Joosten beweert tegoed te hebben van Jan Aertsen, blikslager.
In de marge: Siele heeft in mei 1644 100 gulden aan Pieter Harmansz betaald tot korting op de 420 gulden.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
laatste wijziging 19-09-2016