Zoeken in archieven
Mijn Studiezaal (inloggen) 150.535 akten
sorteren op:
18_750 Pieter van Someren, 1660 Januari 20-1662 December 28
159 attestatie of verklaring 07-dec-1662
Aktesoort:
attestatie of verklaring
Aktenummer:
159
Datering:
07-dec-1662
Bladzijden:
260 t/m 260
Notaris:
Pieter van Someren
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Joost Hardewijn, 47 jaar, liet deze notaris een verklaring zien, die op 2 mei 1657 door Joost op verzoek van Michiel Vrouling, azijnmaker te Delft, bij notaris Jacob Duijfhuijsen alhier is opgemaakt. Joost verklaart dat deze verklaring waarachtig is en blijft erbij. Hij voegt er nu aan toe op verzoek van genoemde Vrouling, dat hij niet alleen ten tijde van het opnemen van de verklaring en lange tijd daarna azijnmaker was, maar ook brouwer van bieren, om daar azijn uit te maken. Dat is hij sedert het overlijden van de vader van Joost, nl. Joost Hardewijn den Ouden, van 1643 tot 1659 geweest. Hij heeft vanaf zijn kinderjaren altijd in deze nering geholpen. Voor alle bieren, die voor het maken van azijn gebrouwen werden, is nooit 2 stuivers per ton betaald.
N.B. Zie ook aktenr. 160 van dit inventarisnummer.
N.B. Zie ook aktenr. 160 van dit inventarisnummer.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
laatste wijziging 16-05-2024
1 gedigitaliseerd
18_750 Pieter van Someren, 1660 Januari 20-1662 December 28
158 attestatie of verklaring 02-dec-1662
Aktesoort:
attestatie of verklaring
Aktenummer:
158
Datering:
02-dec-1662
Bladzijden:
259 t/m 259
Notaris:
Pieter van Someren
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Adriaen(Adrijaen) Solderwagen en Tjert Wijbrantsz verklaren op verzoek van Jan Pietersz Muliers, dat Abraham den Hartoch, koopman, het fluitschip Koninck Hiskias een jaar geleden met Solderwagen voor het schip de Dolphijn heeft geruild. Wijbrantsz verklaart dat hij de Koninck Hiskias van ene Pieter Rontom?, die dat schip weer van Solderwagen had gekocht, had aangenomen om voor Den Briel te brengen.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
laatste wijziging 16-05-2024
1 gedigitaliseerd
18_750 Pieter van Someren, 1660 Januari 20-1662 December 28
157 attestatie of verklaring 28-nov-1662
Aktesoort:
attestatie of verklaring
Aktenummer:
157
Datering:
28-nov-1662
Bladzijden:
257 t/m 258
Notaris:
Pieter van Someren
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Adriaan van der Graaff (Graeff), gerechtsbode, en Willem de (du) Bois, deurwaarder van de Gemeenlantsmiddelen, verklaren op verzoek van Dirck Willemse Lier, pachter van de impost op de grove waren, dat zij op 22 november 1662 op verzoek van genoemde Lier op het Uijtterse (Utrechtse?) veer alhier bij het geladen marktschip op Utrecht zijn geweest. Zij vroegen wie de schipper was. Dat bleek Aart Wouterse te zijn. Vervolgens vroegen zij van wie het lood waren, dat deels op de kant voor het schip lag en deels in de roef. De schipper antwoordde dat het van Joseph Lincoln was, waarna gevraagd werd waarom hij het lood inlaadde, terwijl er geen biljet van was. Adriaan en Willem namen het lood in beslag en de schipper werd bekeurd. De schipper zei dat hij niets van een biljet af wist en stelde voor naar Lincoln te gaan, wat ook gebeurd is. Lincoln is toen bekeurd voor de uitslag van het lood zonder biljet. Hij moest op 30 november voor de rechter komen, waarop Lincoln antwoordde: "Tut, tut, dat zijn die twintich stuckjes loot die ick uijtgeslagen hebbe en ick en hebbe anders geen."
Willem de Bois verklaart nog dat hij een uur later met de substituut schout Verelst en genoemde Lier het lood nageteld heeft. Het waren 20 stukken.
Willem de Bois verklaart nog dat hij een uur later met de substituut schout Verelst en genoemde Lier het lood nageteld heeft. Het waren 20 stukken.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
laatste wijziging 16-05-2024
1 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden
18_750 Pieter van Someren, 1660 Januari 20-1662 December 28
155 attestatie of verklaring 20-nov-1662
Aktesoort:
attestatie of verklaring
Aktenummer:
155
Datering:
20-nov-1662
Bladzijden:
253 t/m 255
Notaris:
Pieter van Someren
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Matthijs Francke (Francken), winkelier van 29 jaar, verklaart op verzoek van Ludolphus Roosterman, zeepzieder in de zeperij de Oliphant, dat hij op 6 november 1662 op het kantoor van Jacob van Oosten, pachter van de consumptie van de zeep, een achtendeeltje zeep uit de genoemde zeperij heeft aangegeven, waarvoor hij een biljet heeft ontvangen. Hij heeft het biljet bij genoemde Roosterman gebracht en de zeep open meegenomen. Op de hoek van de Westewagenstraet kwam hij Pieter Drijfan en Jacob van Oosten tegen, die hem naar het biljet vroegen. Zijn antwoord was: In de zeperij, waar ik de zeep gehaald heb. Ze zijn met z'n drieën teruggelopen tot de Vlasmarckt, waar Van Oosten en Drijfan de zeep afpakte en naar de moeder van de vrouw van Van Oosten bracht, waarna zij verder liepen. Ten huize van Roosterman vroegen zij aan diens vrouw naar het biljet. Zij liet het zien, Van Oosten trok het tegen haar wil uit haar hand en liep het huis uit, zeggende: Dat briefje moet ik hebben.
Jan Maartense Cudde (Kudde) en Huijch Dirckse verklaren met genoemde Francke op verzoek van Roosterman, dat één van de knechten van Roosterman Drijfan en Van Oosten is nagelopen en voor de Nieuwe Kerckstraat Van Oosten bij zijn arm pakte en dat biljet terug vroeg. Van Oosten weigerde het te geven.
Matthijs Francke verklaart nog dat de pachters naar het Stadhuis zijn gegaan, waar Van Oosten het biljet aan Matthijs liet zien en vroeg of hij het gehaald had, wat Matthijs bevestigde, waarna hij het aan de gerechtsbode Pieter Duijfhuijsen gaf.
Jan Maartense Cudde (Kudde) en Huijch Dirckse verklaren met genoemde Francke op verzoek van Roosterman, dat één van de knechten van Roosterman Drijfan en Van Oosten is nagelopen en voor de Nieuwe Kerckstraat Van Oosten bij zijn arm pakte en dat biljet terug vroeg. Van Oosten weigerde het te geven.
Matthijs Francke verklaart nog dat de pachters naar het Stadhuis zijn gegaan, waar Van Oosten het biljet aan Matthijs liet zien en vroeg of hij het gehaald had, wat Matthijs bevestigde, waarna hij het aan de gerechtsbode Pieter Duijfhuijsen gaf.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
laatste wijziging 16-05-2024
1 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden