Zoeken in archieven
Mijn Studiezaal (inloggen) 1.623 akten
sorteren op:
18_543 Isaac Troost, 1659-1669
212 attestatie of verklaring 29-okt-1669
Aktesoort:
attestatie of verklaring
Aktenummer:
212
Datering:
29-okt-1669
Bladzijden:
261
Notaris:
Isaac Troost
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Joannes van Couwenhoven legt een verklaring af op verzoek van Adriaan Hogendijck, notaris alhier.
Hij zegt dat hij nooit in het bijzijn van personen in zijn boekwinkel heeft gezegd dat Hogendijck de vader zou zijn van het kind van Catharina Adams, gewezen dienstmaagd van Hogendijck, dat op 27-2-1669 is geboren, evenmin dat Hogendijck getracht had een ambachtsgesel of een andere persoon om te kopen om zich vader van het kind te laten noemen of dat Hogendijck zou hebben geprobeerd Catharina te bewegen dat iemand anders het kind zou opzweren.
Hij houdt Hogendijck voor een eerlijk jongman tot wiens nadeel hij in deze zaak niets eet te zeggen.
Hij zegt dat hij nooit in het bijzijn van personen in zijn boekwinkel heeft gezegd dat Hogendijck de vader zou zijn van het kind van Catharina Adams, gewezen dienstmaagd van Hogendijck, dat op 27-2-1669 is geboren, evenmin dat Hogendijck getracht had een ambachtsgesel of een andere persoon om te kopen om zich vader van het kind te laten noemen of dat Hogendijck zou hebben geprobeerd Catharina te bewegen dat iemand anders het kind zou opzweren.
Hij houdt Hogendijck voor een eerlijk jongman tot wiens nadeel hij in deze zaak niets eet te zeggen.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
laatste wijziging 26-10-2020
1 gedigitaliseerd
18_543 Isaac Troost, 1659-1669
211 attestatie of verklaring 18-okt-1669
Aktesoort:
attestatie of verklaring
Aktenummer:
211
Datering:
18-okt-1669
Bladzijden:
260
Notaris:
Isaac Troost
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Joannes Geun en Pieter Meermans, deurwaarders van de gemene lands middelen, leggen een verklaring af op verzoek van Adriaan Rotteveel, impostmeester van de grove waren over Den Haagh en Haagh Ambacht van de termijn tot aan 30-9-1669.
Zij zeggen dat zij met Rotteveel waren bij Adriaan de Meijer, tegelbacker, wonend op het oosteinde van de Hooghstraet.
Rotteveel vroeg aan de Meijer en diens vrouw of zij witte tegeltjes hadden verkocht aan de heer Bos, secretaris van de weescamer in 's-Gravenhage. Zij hadden inderdaad tegeltjes verkocht en geleverd op 1-0-1669. Bos had een prijs bedongen van 57 gulden per 2000.
Rotteveel vroeg die dag ook nog of zij tegeltjes hadden verkocht en geleverd aan de Haagse martschuijt voor Reijer Dronck, metselaar in 's-Gravenhage. Deze tegeltjes, die slechter waren dan de tegeltjes voor Bos, zijn gekocht voor 24 gulden per 1000, dat hen werd getoond in het registerboek.
Zij zeggen dat zij met Rotteveel waren bij Adriaan de Meijer, tegelbacker, wonend op het oosteinde van de Hooghstraet.
Rotteveel vroeg aan de Meijer en diens vrouw of zij witte tegeltjes hadden verkocht aan de heer Bos, secretaris van de weescamer in 's-Gravenhage. Zij hadden inderdaad tegeltjes verkocht en geleverd op 1-0-1669. Bos had een prijs bedongen van 57 gulden per 2000.
Rotteveel vroeg die dag ook nog of zij tegeltjes hadden verkocht en geleverd aan de Haagse martschuijt voor Reijer Dronck, metselaar in 's-Gravenhage. Deze tegeltjes, die slechter waren dan de tegeltjes voor Bos, zijn gekocht voor 24 gulden per 1000, dat hen werd getoond in het registerboek.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
laatste wijziging 26-10-2020
1 gedigitaliseerd
18_543 Isaac Troost, 1659-1669
210 attestatie of verklaring 1-sep-1669
Aktesoort:
attestatie of verklaring
Aktenummer:
210
Datering:
1-sep-1669
Bladzijden:
257 t/m 259
Notaris:
Isaac Troost
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Neeltge Pieter, weduwe van Jan Stormman, en Catharina Lucas, vrouw van Sijmon Christiaansz, leggen een verklaring af op verzoek van Guarnerus Vorstius, predikant in de Remonstrantse gemeente.
Op 31-8-1669 komt Cornelia van Rhee, vrouw van Pieter de Ruijsscher, coopman, aangehuwde nicht van Vorstius, met Catharina Lucas bij Neeltge thuis. Daar komt ook Maartge Pieters, wasvrouw van linnen.
Maartge Pieters heeft een dochter Maria Pieters, die wijt in de tuinen, zij is de wijtster van Harman Paats.
Vorstius heeft Maria de wijtster ca. 8 of 9 jaar geleden een schelling geboden als zij hem zou volgen naar zijn tuin, Maria zei echter dat zij naar de tuin van haar baas Paats moest. Maria was kort geleden ontboden bij Paats en bij Cornelis Brouwer, wonend op de Botersloot waar de Wilde Zee uithangt. Zij werd geprest een verklaring te geven ten laste van Vorstius, maar de grootste moeilijkheid werd haar aangedaan door Paats. Maria had al een verklaring ten laste van Vorstius afgelegd voor Rotterdamse kermis, maar in deze zaak zijn er meer getuigen. Volgens Cornelia van Rhee zijn dat de 2 hekelsters, de vrouw van Brouwer en een vrouw uit Amsterdam.
Men vraagt zich af of dat eerlijke personen zijn, waarop Maartge Pieters, de wasvrouw, zegt dat haar dochter niet eerlijk is. Zij heeft haar niet onder de duim, Maria heeft een kind gehad.
Als Maria haar moeder komt halen vraagt Cornelia van Rhee haar of Vorstius haar eens een schelling heeft geboden. Maria trekt wit weg, zegt dat zij de bruij van Vorstius heeft, zij wilde dat hij voor de duivel liep, en vertrekt spoorslags.
Men spreekt verder over Elisabeth Sanders en Maria Jans, de hekelsters. zij geloven niet waarvan men hen beschuldigt.
Maartge Pieters, de wasvrouw, vertelt dat zij 14 dagen geleden een fraai geklede burgerman heeft zien staan op de zelfde plek waar Vorstius gestaan zou hebben, even onbeschaamd.
Op 31-8-1669 komt Cornelia van Rhee, vrouw van Pieter de Ruijsscher, coopman, aangehuwde nicht van Vorstius, met Catharina Lucas bij Neeltge thuis. Daar komt ook Maartge Pieters, wasvrouw van linnen.
Maartge Pieters heeft een dochter Maria Pieters, die wijt in de tuinen, zij is de wijtster van Harman Paats.
Vorstius heeft Maria de wijtster ca. 8 of 9 jaar geleden een schelling geboden als zij hem zou volgen naar zijn tuin, Maria zei echter dat zij naar de tuin van haar baas Paats moest. Maria was kort geleden ontboden bij Paats en bij Cornelis Brouwer, wonend op de Botersloot waar de Wilde Zee uithangt. Zij werd geprest een verklaring te geven ten laste van Vorstius, maar de grootste moeilijkheid werd haar aangedaan door Paats. Maria had al een verklaring ten laste van Vorstius afgelegd voor Rotterdamse kermis, maar in deze zaak zijn er meer getuigen. Volgens Cornelia van Rhee zijn dat de 2 hekelsters, de vrouw van Brouwer en een vrouw uit Amsterdam.
Men vraagt zich af of dat eerlijke personen zijn, waarop Maartge Pieters, de wasvrouw, zegt dat haar dochter niet eerlijk is. Zij heeft haar niet onder de duim, Maria heeft een kind gehad.
Als Maria haar moeder komt halen vraagt Cornelia van Rhee haar of Vorstius haar eens een schelling heeft geboden. Maria trekt wit weg, zegt dat zij de bruij van Vorstius heeft, zij wilde dat hij voor de duivel liep, en vertrekt spoorslags.
Men spreekt verder over Elisabeth Sanders en Maria Jans, de hekelsters. zij geloven niet waarvan men hen beschuldigt.
Maartge Pieters, de wasvrouw, vertelt dat zij 14 dagen geleden een fraai geklede burgerman heeft zien staan op de zelfde plek waar Vorstius gestaan zou hebben, even onbeschaamd.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
laatste wijziging 26-10-2020
1 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden
18_543 Isaac Troost, 1659-1669
209 attestatie of verklaring 30-aug-1669
Aktesoort:
attestatie of verklaring
Aktenummer:
209
Datering:
30-aug-1669
Bladzijden:
254 t/m 255
Notaris:
Isaac Troost
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Jannetge Cornelis, vrouw van Steven Pietersz, schipper, Neeltje Gerrits, vrouw van Thonis Cornelisz, schipper op het jacht van de Heeren Gecommitteerde Raeden, en Neeltge Baltens, bejaarde dochter, leggen een verklaring af op verzoek van Guernerus Vorstius, predikant in de Remonstrantse Gemeente.
Jannetge en Neeltge zeggen dat Jannetge in mei 1669 ziek te bed lag bij haar zuster Maritge Cornelis in de Corte Lijnstraet.
Vorstius werd op 13 en 16 mei gehaald om haar met vermaning, vertroosting en gebeden bij te staan.
Zij hebben gezien dat de ene hand van Vorstius was omwikkeld met een doek met een mof erover.
Neeltge Baltens zegt dat zij 4½ week na Pasen bij Vorstius thuis was. Zij heeft gezien dat zijn ene hand geheel omwonden was met doeken tot over zijn arm. Vorstius vroeg zijn vrouw de doek te verschonen, maar die verzocht haar (Neeltge) de doek af te doen en om te keren, zodat zij toen de lagen pleisters of pappen zag. Vorstius kermde van pijn en zei dat hij vreesde dat hij zijn hand nooit weer normaal zou kunnen gebruiken, zijn hand zou verdorren.
Op de zelfde dag legt Guijljam Bidloot, ouderling van de Remonstrantse Gemeente, een verklaring af op verzoek van Vorstius.
Hij zegt dat hij met Vorstius ca. 23 mei o.a. Maritge Henrix, weduwe van Joris Barentsz, wonend in de Wijnstraet, uitgenodigd heeft om deel te nemen aan het Avondmaal. Maritge deed moeilijk wegens de zaak van dominee Anthony Schot. Zij had zich zeer geërgerd omdat Vorstius beschuldigd werd van onfatsoenlijk gedrag op de Vest en daar niet op aangesproken was of bestraft.
Jannetge en Neeltge zeggen dat Jannetge in mei 1669 ziek te bed lag bij haar zuster Maritge Cornelis in de Corte Lijnstraet.
Vorstius werd op 13 en 16 mei gehaald om haar met vermaning, vertroosting en gebeden bij te staan.
Zij hebben gezien dat de ene hand van Vorstius was omwikkeld met een doek met een mof erover.
Neeltge Baltens zegt dat zij 4½ week na Pasen bij Vorstius thuis was. Zij heeft gezien dat zijn ene hand geheel omwonden was met doeken tot over zijn arm. Vorstius vroeg zijn vrouw de doek te verschonen, maar die verzocht haar (Neeltge) de doek af te doen en om te keren, zodat zij toen de lagen pleisters of pappen zag. Vorstius kermde van pijn en zei dat hij vreesde dat hij zijn hand nooit weer normaal zou kunnen gebruiken, zijn hand zou verdorren.
Op de zelfde dag legt Guijljam Bidloot, ouderling van de Remonstrantse Gemeente, een verklaring af op verzoek van Vorstius.
Hij zegt dat hij met Vorstius ca. 23 mei o.a. Maritge Henrix, weduwe van Joris Barentsz, wonend in de Wijnstraet, uitgenodigd heeft om deel te nemen aan het Avondmaal. Maritge deed moeilijk wegens de zaak van dominee Anthony Schot. Zij had zich zeer geërgerd omdat Vorstius beschuldigd werd van onfatsoenlijk gedrag op de Vest en daar niet op aangesproken was of bestraft.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
laatste wijziging 26-10-2020
1 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden