Zoeken in archieven
1.474 akten
sorteren op:
18_472 Willem van Aller te Rotterdam, 01-Jan-1644 t/m 31-Dec-1651
273 transport 24-aug-1650
Datering:
24-aug-1650
Aktesoort:
transport
Aktenummer:
273
Bladzijden:
429 t/m 430
Notaris:
Willem van Aller
Akteplaats:
Rotterdam
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Abram de Lanoij, als voogd van de weeskinderen van Lubbert Ariensz en Maijken Macque ontvangt geld van Dirck Jansz Schep dat deze nog schuldig was aan Lubbert zg.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
laatste wijziging 19-09-2016
18_472 Willem van Aller te Rotterdam, 01-Jan-1644 t/m 31-Dec-1651
274 wisselprotest 03-sep-1650
Datering:
03-sep-1650
Aktesoort:
wisselprotest
Aktenummer:
274
Bladzijden:
431 t/m 432
Notaris:
Willem van Aller
Akteplaats:
Rotterdam
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Hubrecht Schepmoes, koopman alhier heeft gecorrespondeerd met Phillip de Witte koopman te Amsterdam over een bedrag van totaal 1825 ponden Vlaems. Het geld komt ten laste van Clement Hubrechtsen en moet aan De Witten betaald worden. De vervaldagen zijn afgesproken ten huize van Pieter Kouck en Hubrecht krijgt er provisie van. Dinsdag j.l.heeft De Witte de toezegging gedaan dat alles in orde komt.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
laatste wijziging 19-09-2016
18_472 Willem van Aller te Rotterdam, 01-Jan-1644 t/m 31-Dec-1651
267 transport 15-jan-1650
Datering:
15-jan-1650
Aktesoort:
transport
Aktenummer:
267
Bladzijden:
421 t/m 421
Notaris:
Willem van Aller
Akteplaats:
Rotterdam
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Govert Slachregen, kruidenier alhier verklaart 223 gld te hebben overgedragen aan Cornelis de Beer, mede kruidenier alhier. Het geld kreeg hij van Johannis van Bosbergen en zijn vrouw voor geleverde kruidenierswaren.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
laatste wijziging 19-09-2016
18_472 Willem van Aller te Rotterdam, 01-Jan-1644 t/m 31-Dec-1651
268 insinuatie of aanzegging 20-feb-1650
Datering:
20-feb-1650
Aktesoort:
insinuatie of aanzegging
Aktenummer:
268
Bladzijden:
422 t/m 422
Notaris:
Willem van Aller
Akteplaats:
Rotterdam
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Christoffel Wouters, raad van Middelburg, en Cornelisz Westdorp de jonge, commissaris van het lantrecht te Middelburg, beiden directeurs van de directie van represalien, mede optredend voor hun mede directeurs, verklaren dat zij enige tijd geleden een schip hebben uitgerust, genaamd 'Middelburch', gevoerd door kapitein Jan Pietersen van Enckhuisen, om op de reede van Portugal afbreuk te doen aan 'offensieve personen' en hun goederen, schepen en overige van de 'West-Indes'. Daarvoor hadden zij brieven gekregen van de bewindhebbers van de West-Indische Compagnie, en van de Staten Generaal. Het door hun uitgeruste schip heeft daarop voor de kust van Portugal, op de hoogte van 41 graden, een schip aangehouden met de naam 'De Liefde'. De kapitein van het schip, Corstiaen Pietersen geheten, verklaarde met Zweedse commissie van de Elbe te zijn gezeild, en naar Genua te gaan. Jan Pietersen, hun kapitein, meende dat dit afbreuk zou doen aan de West-Indische Compagnie, en heeft het schip opgebracht op de Maze.
Omdat de opbrenging mede is geschied door de eerste inlading te Amsterdam, alsmede naar aanleiding van de antwoorden en de duistere verklaring van de kapitein, vrezen Woutersz en Westdorp dat een proces grote moeilijkheden en kosten met zich mee zal brengen. Zij ontslaan daarom het schip uit het arrest, en laten via de notaris aan Corstiaen Pietersen weten dat deze zich om zijn schip en goederen moet bekommeren. Zij wijzen de aansprakelijkheid af voor eventuele schade die is ontstaan door het opbrengen. Mocht Corstiaen toch schade wil verhalen, dan dient hij daarvan een notitie aan hen te leveren. Corstiaen zegt dat hij zijn meesters zal schrijven, en dat hij geen goederen mist, behalve twee houwers? en twee pistolen. Daarnaast verklaart hij de lading te hebben ingenomen te Amsterdam, door ene Louys de Geer, en dat hij naar de Elbe was gevaren, en van daar verder.
Omdat de opbrenging mede is geschied door de eerste inlading te Amsterdam, alsmede naar aanleiding van de antwoorden en de duistere verklaring van de kapitein, vrezen Woutersz en Westdorp dat een proces grote moeilijkheden en kosten met zich mee zal brengen. Zij ontslaan daarom het schip uit het arrest, en laten via de notaris aan Corstiaen Pietersen weten dat deze zich om zijn schip en goederen moet bekommeren. Zij wijzen de aansprakelijkheid af voor eventuele schade die is ontstaan door het opbrengen. Mocht Corstiaen toch schade wil verhalen, dan dient hij daarvan een notitie aan hen te leveren. Corstiaen zegt dat hij zijn meesters zal schrijven, en dat hij geen goederen mist, behalve twee houwers? en twee pistolen. Daarnaast verklaart hij de lading te hebben ingenomen te Amsterdam, door ene Louys de Geer, en dat hij naar de Elbe was gevaren, en van daar verder.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
laatste wijziging 19-09-2016