Zoeken in de bibliotheek
Notariële akten
18_664 Cornelis Maes, 1662
66 arbitrage 30 jun-1662
Aktesoort:
arbitrage
Datering:
30 jun-1662
Aktenummer:
66
Bladzijden:
114 t/m 116
Notaris:
Cornelis Maes
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Het eerste deel van deze akte is gelijk aan aktenr. 63 van dit inventarisdeel, met als datum 22 april 1662, nl:
Tussen Paulus Timmers de Jonge, koopman enerzijds en Bartholomeus van Heel en Abraham en Claes Jansz Ritsert, kooplieden, anderzijds is verschil van mening over de schade van de goederen en koopmansschappen, die geladen waren op het schip de Gulde (Vergulde) Poort met schipper Bartram Bichon en op het schip de Roode Leeuw met schipper Jacob Harel, welke schepen in Terra Nova door een Engels oorlogsschip is ingenomen en in Engeland is opgebracht en daar weer vrijgegeven. Volgens Timmers zijn Van Heel en Abraham en Claes Ritsert volgens de verzekeringspolis van 30 april 1661 schuldig de geleden schade, elk voor hun deel, te betalen, wat de laatste 3 tegenspreken. Om moeite, onlusten en grote onkosten te voorkomen stellen zij als arbiters Francoijs Versen, oud president-schepen, de advocaten Carolus van Aller en Adriaen Paets en Joan Pedij, koopman, aan met macht om een superarbiter aan te stellen.
Op deze datum (30 juni 1662) verklaren de arbiters na de stukken en rekeningen van de schade onderzocht te hebben dat Abraham en Claes Jansz Ritsert elk 44 ten 100 aan Paulus Timmers zullen betalen in verband met de schade op de goederen in het schip de Roode Leeuw en die op de Vergulde Poort 38 ten 100 van de bedragen.
Tussen Paulus Timmers de Jonge, koopman enerzijds en Bartholomeus van Heel en Abraham en Claes Jansz Ritsert, kooplieden, anderzijds is verschil van mening over de schade van de goederen en koopmansschappen, die geladen waren op het schip de Gulde (Vergulde) Poort met schipper Bartram Bichon en op het schip de Roode Leeuw met schipper Jacob Harel, welke schepen in Terra Nova door een Engels oorlogsschip is ingenomen en in Engeland is opgebracht en daar weer vrijgegeven. Volgens Timmers zijn Van Heel en Abraham en Claes Ritsert volgens de verzekeringspolis van 30 april 1661 schuldig de geleden schade, elk voor hun deel, te betalen, wat de laatste 3 tegenspreken. Om moeite, onlusten en grote onkosten te voorkomen stellen zij als arbiters Francoijs Versen, oud president-schepen, de advocaten Carolus van Aller en Adriaen Paets en Joan Pedij, koopman, aan met macht om een superarbiter aan te stellen.
Op deze datum (30 juni 1662) verklaren de arbiters na de stukken en rekeningen van de schade onderzocht te hebben dat Abraham en Claes Jansz Ritsert elk 44 ten 100 aan Paulus Timmers zullen betalen in verband met de schade op de goederen in het schip de Roode Leeuw en die op de Vergulde Poort 38 ten 100 van de bedragen.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
laatste wijziging 15-06-2023
1 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden