Zoeken in de bibliotheek
Notariële akten
18_750 Pieter van Someren, 1660 Januari 20-1662 December 28
157 attestatie of verklaring 28-nov-1662
Aktesoort:
attestatie of verklaring
Aktenummer:
157
Datering:
28-nov-1662
Bladzijden:
257 t/m 258
Notaris:
Pieter van Someren
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Adriaan van der Graaff (Graeff), gerechtsbode, en Willem de (du) Bois, deurwaarder van de Gemeenlantsmiddelen, verklaren op verzoek van Dirck Willemse Lier, pachter van de impost op de grove waren, dat zij op 22 november 1662 op verzoek van genoemde Lier op het Uijtterse (Utrechtse?) veer alhier bij het geladen marktschip op Utrecht zijn geweest. Zij vroegen wie de schipper was. Dat bleek Aart Wouterse te zijn. Vervolgens vroegen zij van wie het lood waren, dat deels op de kant voor het schip lag en deels in de roef. De schipper antwoordde dat het van Joseph Lincoln was, waarna gevraagd werd waarom hij het lood inlaadde, terwijl er geen biljet van was. Adriaan en Willem namen het lood in beslag en de schipper werd bekeurd. De schipper zei dat hij niets van een biljet af wist en stelde voor naar Lincoln te gaan, wat ook gebeurd is. Lincoln is toen bekeurd voor de uitslag van het lood zonder biljet. Hij moest op 30 november voor de rechter komen, waarop Lincoln antwoordde: "Tut, tut, dat zijn die twintich stuckjes loot die ick uijtgeslagen hebbe en ick en hebbe anders geen."
Willem de Bois verklaart nog dat hij een uur later met de substituut schout Verelst en genoemde Lier het lood nageteld heeft. Het waren 20 stukken.
Willem de Bois verklaart nog dat hij een uur later met de substituut schout Verelst en genoemde Lier het lood nageteld heeft. Het waren 20 stukken.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
laatste wijziging 16-05-2024
1 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden