Zoeken in notariële akten
Notariële akten
18_720 Gijsbrecht van Rossum te Rotterdam, 13 nov. 1660 t/m 3 okt. 1669
180 arbitrage 11-mei-1665
Aktesoort:
arbitrage
Aktenummer:
180
Datering:
11-mei-1665
Bladzijden:
407 t/m 408
Notaris:
Gijsbrecht van Rossum
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Pieter Pelt (waarschijnlijk wordt hier Theodorus bedoeld), man van de weduwe van Leonard Spaen, aan de ene kant en Joris Meijn aan de andere kant stellen in de herberg St. Lucas met Cornelis Blonck en Wouter Lijsman als arbiters in hun geschil Jacob Vosmaer als superarbiter aan. Dezelfde dag hebben de 3 arbiters de partijen gehoord. Joris geeft aan binnen 2 maanden een bewijs te leveren dat de principale debiteur Van der Mee de obligatie had voldaan aan genoemde Spaen. De arbiters gaan met deze 2 maanden akkoord.
Onder deze akte staat een akte d.d. 10 juli 1665, waarin Cornelis Blonck, Jacob Vosmaer en Johan (Jan) Vlamingh, kooplieden, verklaren, dat ingevolge van een overeenkomst van 30 april 1665 (aktenr. 179) en een akte van 10 mei, opgemaakt door Theodorus Pelt, man van de weduwe van Leonard Spaen, en Joris Meijn, Schots koopman, en een overeenkomst door Pieter Spaen, koopman, namens zijn schoonvader Theodorus Pelt aan de ene kant en Joris Meijn aan de andere kant voor deze notaris d.d. 3 juli 1665 opgemaakt (aktenr. 181), dat genoemde Blonck en Vosmaer tot de volgende uitspraak zijn gekomen. Genoemde Meijn moet 243 gulden betalen aan Theodorus Pelt ter voldoening van een obligatie met bijbehorende kosten, onder de voorwaarde dat als Meijn bewijzen kan de obligatie aan wijlen genoemde Spaen betaald te hebben dat hij dat bedrag moet terugkrijgen. Johan Vlamingh oordeelt dat Joris Meijn aan genoemde Pelt niets schuldig is.
N.B. Zie ook aktenrs. 179 en 181 van dit inventarisnummer.
Onder deze akte staat een akte d.d. 10 juli 1665, waarin Cornelis Blonck, Jacob Vosmaer en Johan (Jan) Vlamingh, kooplieden, verklaren, dat ingevolge van een overeenkomst van 30 april 1665 (aktenr. 179) en een akte van 10 mei, opgemaakt door Theodorus Pelt, man van de weduwe van Leonard Spaen, en Joris Meijn, Schots koopman, en een overeenkomst door Pieter Spaen, koopman, namens zijn schoonvader Theodorus Pelt aan de ene kant en Joris Meijn aan de andere kant voor deze notaris d.d. 3 juli 1665 opgemaakt (aktenr. 181), dat genoemde Blonck en Vosmaer tot de volgende uitspraak zijn gekomen. Genoemde Meijn moet 243 gulden betalen aan Theodorus Pelt ter voldoening van een obligatie met bijbehorende kosten, onder de voorwaarde dat als Meijn bewijzen kan de obligatie aan wijlen genoemde Spaen betaald te hebben dat hij dat bedrag moet terugkrijgen. Johan Vlamingh oordeelt dat Joris Meijn aan genoemde Pelt niets schuldig is.
N.B. Zie ook aktenrs. 179 en 181 van dit inventarisnummer.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
laatste wijziging 08-01-2023
1 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden