Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn 8 à 10 miljoen buitenlandse dwangarbeiders in Duitsland tewerkgesteld. Het ging daarbij zowel om mannen als om vrouwen. Zij werden voornamelijk ingezet bij grote bedrijven in de oorlogsindustrie. Ongeveer 600.000 Nederlandse mannen werden weggevoerd naar Duitsland, waaronder bijna 100.000 Rotterdammers.
 

De Razzia van Rotterdam en Schiedam, de grootste van Nederland

Na twee weken van voorbereidingen zetten 8000 Duitse soldaten in de nacht van 9 op 10 november in Rotterdam pleinen, bruggen, wegen af. Ook het telefoonverkeer werd stilgelegd. In Schiedam gebeurde hetzelfde. Om 04.00 uur was dit voltooid. Dit was het begin van Aktion Rosenstock. 

Na het afzetten van de doorgaande wegen begonnen de Duitsers om 06.00 uur met het afzetten van de straten, waarna zij het ‘BEVEL’ in de bus deden en bij de huizen langs gingen (hard gebonk op de deur) om de mannen op te pakken. Op 10 november deden ze dat in Schiedam, Rotterdam-Zuid en in de buitenwijken ten noorden van de Maas. Een dag later werd de klopjacht in het Rotterdamse centrum voortgezet.

Onderduiken

Uit angst voor represailles door de Duitsers en verraad van de buren gingen de meeste mannen toch mee. Daarnaast waren er ook praktische bezwaren, arbeidersgezinnen woonden vaak met grote gezinnen in kleine huizen, er was gewoon geen mogelijkheid om succesvol onder te duiken. 

Weerbare mannen

Vaak wordt gedacht dat de grote razzia van november 1944 bedoeld was om dwangarbeiders voor de Duitse oorlogsindustrie te werven. In werkelijkheid wilde de bezetter door middel van de razzia alle weerbare mannen uit West-Nederland verwijderen. Daarmee hoopte de bezetter te voorkomen dat men de Duitsers gingen tegenwerken tijdens het oprukken van de geallieerden. 

In 2024 is het 80 jaar geleden dat de razzia heeft plaatsgevonden. Het stadsarchief heeft daarom besloten egodocumenten van razziaslachtoffers te onderzoeken.