Zoeken
Mijn Studiezaal (inloggen) 62 akten
sorteren op:
18_253 Jacob Duyfhuysen jr te Rotterdam, 01-Jan-1654 t/m 31-Dec-1667
21 boedelinventaris 16-jul-1664
Datering:
16-jul-1664
Aktesoort:
boedelinventaris
Aktenummer:
21
Bladzijden:
358 t/m 443
Notaris:
Jacob Duyfhuysen jr
Akteplaats:
Rotterdam
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Inventaris van de goederen o.a. van een winkel, schulden, enz. van wijlen Jacob Roscam, drogist, man van Maria van Rijck, wonende op het Westnieuwlant. Het echtpaar laat 2 dochters na. Het echtpaar heeft d.d. 05-06-1652 huwelijkse voorwaarden opgemaakt voor Frans Bogaert, notaris te Delft en Jacob heeft d.d. 30-09-1661 voor notaris Jacob Delphius een testament gemaakt. Als onroerend goed wordt vermeld:
- een huis en erf, genaamd de Drogistwinckel, gelegen aan het Westnieuwlant, ten westen begrensd door de weduwe van Lodewijck Grave en ten oosten door de weduwe van Henrick van Mierop ( voor ) en Johan Geysel ( achter ), suyckerrefineerder. Het strekt zich uit van het Westnieuwlant uit de haven tot achter aan genoemde Geysel;
- een huis en erf, genaamd de Kaern, op de Kipstraet. Dit huis heeft Jacob tijdens zijn leven nog verkocht en in juli 1664 is het huis getransporteerd naar de weduwe van Willem Robbertss van Chairlois. Josina Jacobsdr Roscam, voorkind van Jacob, en de 3 kinderen van Jeronimus Claesz Rotshouck ontvangen een bedrag aan geld in de vorm van rentebrieven uit de verkoop van dit huis.
- 4 hont land te Noodorp,
- een vierde deel van een woning in Ketel, Niclaes van Rijck, broer van Maria is mede-eigenaar hiervan.
- de helft van 10 margen land, over de Maes gelegen,
- 2 graven in de Nieuwe Kerck te Delft. Bij de opsomming van de juwelen van Jacob wordt een zilveren voorwerp genoemd dat hij van zijn oom Gerard van der Haer gekregen heeft. Bij de rentebrieven worden de volgende namen genoemd: Margrieta van der Horst, Jacobs zwager Hugo van Rijck, advocaet, i.v.m. geld afkomstig uit de erfenis van juffrouw van Alkemade. Personen, die bij de doodschulden vermeld staan zijn: Geertruyt Cupus, cleermaker, Dirck Engelen, Agata Bellingslee, Catarina van de Water, koster Antonis de Bije, Isaack Neranus, doctor Rijckewaert, Joris Mesch, Jan Corneliss Hasevoet, en Jan Henricxs Rotshouck.
- Op 06-06-1664 hebben Willem van Bronckhorst en
- een huis en erf, genaamd de Drogistwinckel, gelegen aan het Westnieuwlant, ten westen begrensd door de weduwe van Lodewijck Grave en ten oosten door de weduwe van Henrick van Mierop ( voor ) en Johan Geysel ( achter ), suyckerrefineerder. Het strekt zich uit van het Westnieuwlant uit de haven tot achter aan genoemde Geysel;
- een huis en erf, genaamd de Kaern, op de Kipstraet. Dit huis heeft Jacob tijdens zijn leven nog verkocht en in juli 1664 is het huis getransporteerd naar de weduwe van Willem Robbertss van Chairlois. Josina Jacobsdr Roscam, voorkind van Jacob, en de 3 kinderen van Jeronimus Claesz Rotshouck ontvangen een bedrag aan geld in de vorm van rentebrieven uit de verkoop van dit huis.
- 4 hont land te Noodorp,
- een vierde deel van een woning in Ketel, Niclaes van Rijck, broer van Maria is mede-eigenaar hiervan.
- de helft van 10 margen land, over de Maes gelegen,
- 2 graven in de Nieuwe Kerck te Delft. Bij de opsomming van de juwelen van Jacob wordt een zilveren voorwerp genoemd dat hij van zijn oom Gerard van der Haer gekregen heeft. Bij de rentebrieven worden de volgende namen genoemd: Margrieta van der Horst, Jacobs zwager Hugo van Rijck, advocaet, i.v.m. geld afkomstig uit de erfenis van juffrouw van Alkemade. Personen, die bij de doodschulden vermeld staan zijn: Geertruyt Cupus, cleermaker, Dirck Engelen, Agata Bellingslee, Catarina van de Water, koster Antonis de Bije, Isaack Neranus, doctor Rijckewaert, Joris Mesch, Jan Corneliss Hasevoet, en Jan Henricxs Rotshouck.
- Op 06-06-1664 hebben Willem van Bronckhorst en
Inhoud vervolg:
Harmanus van der Burgh, drogisten te Amsterdam de drogisterij getaxeerd op verzoek van Maria, geassisteerd door haar broer Hugo, mede op verzoek van Jan Heyndricxs Rotshouck en Bartolomeus van Muyen, voogden over het minderjarige voorkind Josina, dochter van Jacob uit zijn eerder huwelijk met Josijntge Claesdr Rotshouck, o.a. Pieter Lenaertss Cleyburch ( nu overleden ), Niclaes van Rijck, drossart van Waelwijck, Abram Roscam, en Sijtge Dircxsdr, wonende op de Visserdijck, hebben een schuld uitstaan bij de boedel. In het schuldboek van de winkel staan vermeld:
O.a de volgende personen krijgen geld uit de boedel; De erfgenamen van Lidewij Euwouts Prins, Josina Jacobsdr Roscam.
( Volgens akte d.d. 04-04-1652 voor notaris Delphius gepasseerd ), de kinderen van Jeronimus Claess van Rotshouck, de dienstmaecht Marta Reynsdr.
De inventaris is behalve door Maria goedgekeurd door haar meesterknecht Johannes Griffit of Griffidt en haar onderknecht Henrick Messteker. Aan de akte is toegevoegd dat Jacob het huis in de Kipstraet geërfd heeft van zijn eerste vrouw, volgens akte 27-05-1650 gepasseerd voor notaris Delphius. Op 21-08-1665 wordt er o.a. aan de inventaris een grafstede in de France Kerck en een obligatie ten laste van Maertge Claesdr Rotshouck toegevoegd waarvan Jan Janss van Waningen, zwager van Maertge, later een kwitantie uit 1652 toont. Tot last van de boedel staat nog de huur van een tuin van Barent Crayvanger, Remonstrants predicant te Den Hage, welke tuin inmiddels is overgedaan aan Henrick van Tongeren.
O.a de volgende personen krijgen geld uit de boedel; De erfgenamen van Lidewij Euwouts Prins, Josina Jacobsdr Roscam.
( Volgens akte d.d. 04-04-1652 voor notaris Delphius gepasseerd ), de kinderen van Jeronimus Claess van Rotshouck, de dienstmaecht Marta Reynsdr.
De inventaris is behalve door Maria goedgekeurd door haar meesterknecht Johannes Griffit of Griffidt en haar onderknecht Henrick Messteker. Aan de akte is toegevoegd dat Jacob het huis in de Kipstraet geërfd heeft van zijn eerste vrouw, volgens akte 27-05-1650 gepasseerd voor notaris Delphius. Op 21-08-1665 wordt er o.a. aan de inventaris een grafstede in de France Kerck en een obligatie ten laste van Maertge Claesdr Rotshouck toegevoegd waarvan Jan Janss van Waningen, zwager van Maertge, later een kwitantie uit 1652 toont. Tot last van de boedel staat nog de huur van een tuin van Barent Crayvanger, Remonstrants predicant te Den Hage, welke tuin inmiddels is overgedaan aan Henrick van Tongeren.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
laatste wijziging 19-09-2016
18_253 Jacob Duyfhuysen jr te Rotterdam, 01-Jan-1654 t/m 31-Dec-1667
20 boedelinventaris 21-jun-1664
Datering:
21-jun-1664
Aktesoort:
boedelinventaris
Aktenummer:
20
Bladzijden:
337 t/m 357
Notaris:
Jacob Duyfhuysen jr
Akteplaats:
Rotterdam
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Inventaris, schulden, enz. van Lijsbet Pietersdr, weduwe van Dirck Harmanss, vettewarierster. Zij is d.d. 18-06-1669 in haar woonhuis in de Kipstraet achter het Verbrande Clooster overleden. Haar onroerende goederen zijn,
- een huis en erf, afkomstig van Machtelt Clementsz, gelegen achter het Verbrande Clooster, ten oosten van het huis van Lijsbet,
- een huis en erf, afkomstig van Egbert Jacobss van der Heul, gelegen achter het vorige huis, uitkomend in de Vijversteege,
- een loods, erf en gang, afkomstig van Willem Vriese, uitkomende achter het Verbrande Clooster,
- haar bovengenoemde woonhuis,
- Een huis en erf aan de noordzijde van 't Hang, waar haar dochter Annitge in woont.
- een huis en erf, gelegen aan de Vischmarckt,
- een huis en erf, gelegen op de hoek van de Breggesteegh op de Schiedamsendijck,
- 2 huizen en erven, gelegen op de Schiedamsendijck, afkomstig van wijlen capiteyn Frans Touw. Lijsbet heeft d.d. 27-04-1664 voor notaris Jacob Duyfhuysen een testament opgemaakt. Haar onroerende goederen waaronder een winkel, waarin zij o.a. kaas verkocht, laat zij na aan haar kinderen;
- Pieter Dircxs,
- Annitge Dirckxdr, die gehuwd geweest is met Teunis Eliass van Koten, en drie kinderen heeft.
- Heyndrickge Dirckxdr,
- Martijntge Dircxdr, vrouw van Reynier Heemstee, kaescoper, en aan Ermtge Harmansdr, nagelaten dochter van wijlen haar zoon Harman Dircxss. Een van de huizen op de Schiedamsendijck wordt gehuurd door de diaconie van de France kerck. Lijsbet Goossens is de boedel nog geld schuldig voor gehaalde vetwaren. Bij de doodschulden worden de volgende namen genoemd: de koster Cornelis Corstiaenss, Jan van Aerde de Jong, Cornelis den Abt, Lodewijck van Bommenaer en Jan van Ouderogge. Op 29-07-1669 wordt de inventaris goedgekeurd door Pieter Dircxss Verboom, huystimmerman, en Aert Pieterss Santvaert, smit, zoon en schoonzoon van Lijsbet, als haar executeurs-testamentair, die samen met genoemde Heemstee, deze inventaris hebben
- een huis en erf, afkomstig van Machtelt Clementsz, gelegen achter het Verbrande Clooster, ten oosten van het huis van Lijsbet,
- een huis en erf, afkomstig van Egbert Jacobss van der Heul, gelegen achter het vorige huis, uitkomend in de Vijversteege,
- een loods, erf en gang, afkomstig van Willem Vriese, uitkomende achter het Verbrande Clooster,
- haar bovengenoemde woonhuis,
- Een huis en erf aan de noordzijde van 't Hang, waar haar dochter Annitge in woont.
- een huis en erf, gelegen aan de Vischmarckt,
- een huis en erf, gelegen op de hoek van de Breggesteegh op de Schiedamsendijck,
- 2 huizen en erven, gelegen op de Schiedamsendijck, afkomstig van wijlen capiteyn Frans Touw. Lijsbet heeft d.d. 27-04-1664 voor notaris Jacob Duyfhuysen een testament opgemaakt. Haar onroerende goederen waaronder een winkel, waarin zij o.a. kaas verkocht, laat zij na aan haar kinderen;
- Pieter Dircxs,
- Annitge Dirckxdr, die gehuwd geweest is met Teunis Eliass van Koten, en drie kinderen heeft.
- Heyndrickge Dirckxdr,
- Martijntge Dircxdr, vrouw van Reynier Heemstee, kaescoper, en aan Ermtge Harmansdr, nagelaten dochter van wijlen haar zoon Harman Dircxss. Een van de huizen op de Schiedamsendijck wordt gehuurd door de diaconie van de France kerck. Lijsbet Goossens is de boedel nog geld schuldig voor gehaalde vetwaren. Bij de doodschulden worden de volgende namen genoemd: de koster Cornelis Corstiaenss, Jan van Aerde de Jong, Cornelis den Abt, Lodewijck van Bommenaer en Jan van Ouderogge. Op 29-07-1669 wordt de inventaris goedgekeurd door Pieter Dircxss Verboom, huystimmerman, en Aert Pieterss Santvaert, smit, zoon en schoonzoon van Lijsbet, als haar executeurs-testamentair, die samen met genoemde Heemstee, deze inventaris hebben
Inhoud vervolg:
gemaakt.
NB: Santvaert tekent met Aert Pytersen Santhaer of Saenthaer.
NB: Santvaert tekent met Aert Pytersen Santhaer of Saenthaer.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
laatste wijziging 19-09-2016
18_245 Jacob Duyfhuysen jr te Rotterdam, 18-Nov-1650 t/m 06-Feb-1671
59 boedelinventaris 24-jan-1651
Datering:
24-jan-1651
Aktesoort:
boedelinventaris
Aktenummer:
59
Bladzijden:
215 t/m 266
Notaris:
Jacob Duyfhuysen jr
Akteplaats:
Rotterdam
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Alle volgende akten slaan op het inventaris van de boedel van Anneken Jans van Groenhout, weduwe van Adriaen Dircx van der Leeu, met verschillende aanvullingen. Het betreft de akten 59 t/m 103.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
laatste wijziging 19-09-2016
18_245 Jacob Duyfhuysen jr te Rotterdam, 18-Nov-1650 t/m 06-Feb-1671
58 boedelinventaris 18-nov-1650
Datering:
18-nov-1650
Aktesoort:
boedelinventaris
Aktenummer:
58
Bladzijden:
170 t/m 214
Notaris:
Jacob Duyfhuysen jr
Akteplaats:
Rotterdam
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Deze akte is eveneens een inventaris van de boedel van wijlen Anneken Jans van Groenhout, weduwe van Adriaen Dircx van der Leeu, met enige aanvullingen. Een vervolg van de akte staat op blz. 213 en 214.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
laatste wijziging 19-09-2016