Omstreeks 800 is de plaats waar later Rotterdam ontstaat al bewoond. Rond 1270 wordt de dam in de rivier de Rotte gelegd en in 1340 krijgt de nederzetting stadsrecht.
Vanaf 1575 breidt Rotterdam uit in de richting van de Maas, waardoor de zogenoemde stadsdriehoek ontstaat. Aan de zuidoostkant van de stad worden het Buizengat en Haringvliet aangelegd, aan de zuidwestkant de Leuvehaven, Wijnhaven, Scheepmakershaven, Bierhaven en Glashaven.
In de loop van de 19de eeuw dreigt de haven van Rotterdam te verzanden. Daarom ontwikkelt waterstaatkundige Pieter Caland een plan voor een kanaal door de duinen van Hoek van Holland: de Nieuwe Waterweg. De werkzaamheden hiervoor beginnen in 1866 en worden in 1872 voltooid.
Rond 1900 groeit Rotterdam fors. Op de linker Maasoever worden nieuwe havens aangelegd. Het inwonertal stijgt van iets meer dan 200.000 in 1890 naar circa 500.000 aan het eind van de Eerste Wereldoorlog.
Op 14 mei 1940 verwoest een Duits bombardement een groot deel van de binnenstad. Hierbij komen ruim 800 mensen om het leven.